27 mei 2025

Rabarmelade


Jaren geleden, in 2002 om precies te zijn, schreef ik voor een opdrachtgever een boekje met ontbijtrecepten. Een Boterham Met Tevredenheid, was de licht ironische titel. Er stonden recepten in voor verschillende soorten brood en jam, gegoten in de vorm van korte, huiselijke verhaaltjes. Aangevuld met versjes en illustraties want ik ben van vele markten thuis. Beroemd ben ik er niet mee geworden, maar het was een leuk boekje. 
Een tijdje terug kreeg ik van de buurman op de tuin een bosje rabarber. Zelf heb ik het ook staan, maar waar de buurman in dezelfde tijd in dezelfde grond met hetzelfde weer genoeg heeft staan voor een goedgevuld weeshuis, beperkt dat zich bij mij, tot nog toe, tot twee zeer bescheiden stengeltjes. Nou heb ik het ook vooral staan omdat ik het zo'n fijn groot blad vind hebben, voor de sier dus, want op rabarber als etensmaal, met of zonder spekjes, ben ik niet dol.
Nu ik zo'n flinke bos van de buurman had gekregen dacht ik weer terug aan mijn eigen boekje. Daar stond namelijk een recept in voor jam van rabarber. Dat had ik destijds ook gemaakt, om het uit te proberen, en dat vond ik toen wel lekker. Ragemberjam, noemde ik het woordspelig, omdat er ook gember aan te pas kwam. 
Dus ruim twintig jaar later sta ik in de keuken met mijn eigen boekje in de hand jam te maken met de rabarber van de buurman. Deze keer noem ik het Rabarmelade, omdat ik, bij wijze van innovatie, de citroenschillen er in reepjes in heb gesneden. Erg lekker, al zeg ik het zelf.

2 opmerkingen: