25 augustus 2025
De lieve vrede
Als je het zo heen en weer ziet dwarrelen op de tuin, van de ene bloem naar de andere, is het moeilijk voor te stellen, maar de distelvlinder komt dus ieder jaar uit Noord Afrika hier naar toe vliegen, om zich voort te planten. De sterksten vliegen na gedane zaken, met het nieuwe nageslacht mag je aannemen, dan ook nog weer helemaal terug. Ik lees dat ze 160 km per dag kunnen afleggen, met snelheden tot 48 km per uur. Ik vind het nogal wat, voor zo'n frêle beestje.
Zoals de naam al doet vermoeden is de distel een favoriete waardplant. Al lees ik verder dat de distelvlinder daar nou ook weer niet zo moeilijk over doet en zich net zo lief met kaasjeskruid, lupine, koninginnekruid of brandnetel behelpt.
En dat is maar goed ook want de distel is geen graag geziene gast op het complex, hoewel hij dus prachtige dieren aantrekt als de distelvlinder en de distelvink, beter bekend als het puttertje. Van de week werd mij nog uitgelegd dat de distel zelfs streng verboden is, volgens gemeentelijke verordening en al, omdat hij zichzelf nogal verspreidt, wat dan niet zo leuk zou zijn voor de boeren.
Nou ben ik recalcitrant genoeg om dan te denken dat boeren ook wel eens iets verspreiden wat niet zo leuk is, om het eufemistisch uit te drukken, om van sommige van mijn medetuinders maar niet te spreken, dus ben ik niet onmiddellijk geneigd die paar distels die op mijn tuin staan uit de grond te trekken. Al ben ik dan wel weer inschikkelijk genoeg om na de bloei in elk geval de pluizen weg te halen. Wat jammer is voor de puttertjes, maar de kaardebollen staan er dan nog wel, en de lieve vrede is ook wat waard.
21 augustus 2025
Pracht en praal
Misschien is ie verdwaald, want hij zit hier op het welig tierend boerenwormkruid, maar we hebben dus de aardappelprachtwants op visite. Heeft feitelijk niet echt iets te zoeken op mijn tuin want aardappels, daar doe ik niet aan, maar is evengoed van harte welkom. Waarom niet.
Het lijkt net of ie ons vragend aankijkt - waar vind ik de aardappels, allicht - maar dat is onze eigen invulling; het is een blindwants, lees ik, en die heet zo omdat, in tegenstelling tot de meeste andere wantsen, de ogen ontbreken. Wat die twee toch duidelijk oog-achtige bollen links en rechts van z'n kop dan wel zijn, kom ik zo één twee drie niet te weten, maar ze zullen er wel niet voor niks zitten.
Nou is aardappelprachtwants al een schitterende naam natuurlijk, maar het valt op dat wantsen over het algemeen nogal overtuigd zijn van eigen schoonheid. De aardappelprachtwants, lees ik namelijk, kan soms lijken op de luzernesierblindwants, de vierpuntsierblindwants en de roodgetekende prachtblindwants. Met zulke superlatieve namen moet het wel jammer zijn geen ogen te hebben.
19 augustus 2025
Een lust voor het oog
Het roze, bergachtig landschap waar dit vliegje doorheen wandelt, is mijn vinger. Dat rimpelige stukje in het midden, bedoel ik. Het vliegje is dan ook niet veel groter dan twee, hooguit tweeëneenhalve millimeter. Nauwelijks waarneembaar. Toch heeft het de moeite genomen een mooi en feestelijk pak aan te trekken. Moet je kijken zeg. Dat geel. Die fraaie zwarte ornamenten op de rug. Dat zacht afgerond driehoekig afwerkkapje. Dat vrolijke rijtje stipjes midden over z'n hoofd, die melancholieke Panda-ogen, die lieve klungelige bungeltjes aan de voorkant. Die iriserende minivleugeltjes, waarmee dus nog gevlogen kan worden ook. Een lust voor het oog. Kon je het maar zien, zou je zeggen.
Het is een halmvlieg, weet de app. Ook wel grasvlieg genoemd, lees ik elders op het web. Waarschijnlijk omdat de larven vooral in grassen leven. Wereldwijd komen er zo'n tweeduizend soorten van voor, waar verder niet al teveel over bekend is, laat staan van dit specifieke exemplaar. Wel lees ik dat ze geneigd zijn in grote zwermen te vliegen. En huizen binnen te dringen. Om voor overlast te zorgen. En opeens zie ik de fruitvliegjes voor me, die thuis boven de fruitschaal rondhangen, met z'n miljoenen, wat je er ook aan probeert te doen. En weet ik niet meer of ik het nog wel zo'n leuk en mooi en schattig vliegje vind. Met dat overdreven, hysterische pak.
18 augustus 2025
Meer dan zat
De kleinkinderen kwamen een paar dagen logeren, bij opa en oma. Dus opa had zo bedacht dat hij ze wel mee kon nemen naar de tuin, om bramen te plukken. Als één van vele activiteiten. Dan konden ze er daarna met oma meteen jam van maken. Bramen genoeg. Opa had er van de week bij het plukken zelfs expres flink wat voor ze laten hangen.
Drie regels, instrueerde opa zijn gevolg: Alleen de zwarte bramen, maar dat wisten ze al; Pas op voor de prikkels, idem dito; Af en toe eentje proeven, maar ook dat was bekend. Dan alledrie een kwarkbakje en aan het werk. De kinderen tot waar ze erbij konden, opa daarboven.
Dat ging zo een genoeglijk stief kwartiertje door. Af en toe viel er één op de grond, maar dat was niet erg, er waren er genoeg. Nu en dan werd er een extra grote omhoog gestoken, en dat was mooi. En regelmatig klonk een tevreden mmmm, hééérlijk vanachter de struik, en dat was leuk. Toen waren de bakjes vol en vonden ze het wel weer mooi geweest.
Dat had opa wel zo'n beetje ingecalculeerd, al zag hij ook dat de struik nog boordevol zat en vond hij het jammer dat het dan evengoed alweer voorbij was.
Twee dagen later, de kinderen met hun eigen potjes jam weer naar hun eigen ouders, stond opa zelf zijn bramen weer te plukken en begreep hij het beter. Hij had nu zes van die bakjes volgeplukt, de struik was nog altijd niet leeg, maar hij was het nu toch echt even zat.
Morgen was er weer een dag.
14 augustus 2025
Voor de vriendschap
Pas in tweede instantie zag ik een pootje. Ik stond de composthoop te keren en door schade en schande wijs geworden deed ik dat met de hand, in plaats van met een riek of een schop, want voor je het weet hak je het een of ander diertje dat zich in jouw composthoop heeft verstopt in tweeën. Zelfs bij een worm vind ik dat al naar, word ik al overmand door schuldgevoel, laat staan bij een pad, of een muis, of een jong ratje of weet ik veel wat er nog meer in huist. Een slangetje, dacht ik nu dus bijvoorbeeld. Geen idee of die zich hier ophouden, op het complex, maar mocht het zo zijn, dan hoop ik toch in mijn composthoop. Ik dacht het maar heel even, in eerste instantie dus, want toen zag ik dat pootje. En een slang heeft geen pootjes. Een kleine watersalamander, aldus de bekende app. Ook hartstikke leuk. De algemeenste watersalamander van Nederland. Nog steeds hartstikke leuk. Heeft een voorkeur voor kalkrijk, voedselrijk zoet water, omgeven door terrein met dichte begroeiing en andere dekking waarin de landfase kan worden doorgebracht. Aldus nog steeds de app. Nou, de landfase komt hij wel door, in mijn ongeschoffelde wildernis, maar als ik hem langer te vriend wil houden kan ik mijn minivijver misschien maar beter wat uitbreiden.
12 augustus 2025
Fris zuur
Het komt vrij regelmatig voor dat mij over het hekje van de tuin van alles wordt aangeboden. Door de buren links en rechts en voor en achter. De buren rondom kortom. De buren die het beter voor elkaar hebben dan ik, moestuintechnisch gezien. In het voorjaar zijn dat vaak plantjes, iets te ruimhartig opgekweekt in de kas, overgeschoten uitjes, bolletjes of knolletjes, zaden, stekkies van het één of ander. Verderop in het jaar worden dat langzaamaan de eerste aardbeitjes, tomaatjes, komkommertjes, pepertjes, appels, boontjes, peren en pruimen. En courgettes. Veel courgettes. Hoe de mensen het voor elkaar krijgen is mij een raadsel want ieder liefdevol voorgetrokken plantje dat ik in de grond zet wordt genadeloos dezelfde nacht nog tot op de bodem opgevreten. Maar goed. Als ik 's middags of 's avonds weer eens thuis kom met een goedgevulde tas, weet ik al dat mijn vrouw me spottend zal vragen of de buren weer een goede oogst hadden. Het is niet anders. Maar deze appel, deze puntgave, fraai gekleurde appel van precies de juiste grootte, deze appel komt van mijn eigen boompje. Ik kreeg het van vrienden, twee of drie jaar geleden alweer, ter gelegenheid van een geslaagde voorstelling, en nu hangen er dus een paar serieuze appels aan. Waaronder deze. Die ik dus jammer genoeg, uit angst om te laat te zijn, toch net iets te vroeg had geplukt. Fris zuur. Maar nog een beetje hard.
10 augustus 2025
16 dm²
Het is natuurlijk altijd leuk wanneer de ene belangstelling in de andere overloopt. Twee vliegen in één klap, zou je daarover kunnen zeggen. Zo bezochten wij vandaag het Rijksmuseum Twente, in Enschede, waar een tentoonstelling is te zien met het werk van herman de vries. Die al een lange kunstenaarscarrière lang bezig is te laten zien hoe mooi de natuur van zichzelf eigenlijk al is. Dat je daar dus helemaal niets meer aan hoeft te doen, niets anders mee hoeft dan het te laten zien. Kijk, hoe móói dit is. Ik schreef er al eens eerder over, jaren geleden, naar aanleiding van een eerdere tentoonstelling. Voor het zaalvullende werk op de foto ontleedde hij bijvoorbeeld een willekeurig en onaanzienlijk stukje weiland ter grootte van een flinke stoeptegel, 40 bij 40 centimeter. Elk afzonderlijk plantje dat hij daarin aantrof wordt hier apart, in gedroogde vorm, tentoongesteld. 473 vrij alledaagse plantjes, waar je normaalgesproken achteloos je wandelschoen op zet, vullen nu drie museumwanden, en dat blijkt een fascinerende aanblik op te leveren. Wat een verscheidenheid in vormen, formaten en verschijningsvormen. Wonderschoon. Het is dat het geduld mij hoogstwaarschijnlijk ontbreekt, en dat het een soort plagiaat zou zijn, maar ik ben wel benieuwd naar wat een dergelijk onderzoek op mijn eigen wilde volkstuin zou opleveren.
09 augustus 2025
Courgine, of aubergette
Wij wandelden op Texel, mijn schoonzus en ik. Al bijna twintig jaar doen we dat, samen wandelen, en nu dus op Texel. Het was een mooie dag, een mooie wandeling. Van Den Burg naar Oudeschild ging het, om en over de Hoge Berg, langs tuunwallen en schapenweiden weer terug naar Den Burg. Maar goed. Op de terugweg passeerden wij, even buiten Den Burg, een volkstuincomplex. En omdat mijn schoonzus een moestuin heeft, en ik een volkstuin, draalden wij even aan het hek, om een kijkje te nemen. Verboden toegang, meldde het hek, dus echt naar binnen gaan durfden we niet, er waren een aantal tuinders aan het werk en je weet maar nooit tenslotte, het blijft een eiland, maar een beetje over het hek leunen, dat moest wel kunnen, dachten wij. Dat bleef niet onopgemerkt en één van de aanwezige tuinders, een beginnende veertiger met wat langer haar en een beginnend buikje onder zijn zwarte t-shirt, riep ons toe of wij een komkommer wilden. Of hij er wel één kwijt wilde, was daarop mijn standaard antwoord, zoals ik dat op de volkstuin gebruik. Daar worden mij ook regelmatig plantjes en stekkies en boontjes en tomaten en wat al niet aangeboden. De volkstuinier heeft een groot hart. En meestal ook een grote oogst. Dat hij er nog veertig had, stelde de man ons gerust en overhandigde ons twee uit de kluiten gewassen, stekelige komkommers. Oerkomkommers, volgens hem. Biologisch dynamisch bovendien, verzekerde hij ons. En of we ook een aubergine wilden. Zonder het antwoord af te wachten sneed hij een gele courgette van zijn steel. Wij durfden daar verder niks van te zeggen. Het kwam uit een goed hart tenslotte.
06 augustus 2025
Bij terugkomst
Het is natuurlijk leuk om op vakantie te zijn, om op vakantie te zijn geweest, het heeft alleen één nadeel, en dat is dat de tuin daar niet in meegaat. De tuin neemt geen vakantie. Althans, geen zomervakantie. Wat dat betreft lopen de belangen een beetje uiteen. Mijn zonen, die de watergevende kant van de zaak zo lang hadden waargenomen, hadden mij al gewaarschuwd: je tuin is nu wel erg wild geworden. En inderdaad. Bij een eerste inspectie zakte de moed mij bijna in de schoenen. Terwijl ik er toch bepaald geen aangeharkte, rechtgetrokken en zwartgewiede tuin op na pleeg te houden. Het is mij niet snel wild genoeg. Maar nu dus wel. Tjongejonge, wat een bende. Waar te beginnen? Besluiteloos loop ik mijn rondje. En stuit op een tweede nadeel. Doordat je op vakantie bent, en de tuin maar doorgaat, mis je ook van alles. Zoals deze zonnebloem, die voor vertrek nog op het punt van uitkomen stond, en bij terugkomst alweer zo goed als uitgebloeid blijkt.
02 augustus 2025
Geen doetje
Waar je ook geen omkijken naar hebt is de Verbena. Ook wel IJzerhard genoemd. Waarom dat is, is mij niet helemaal duidelijk, of het moest juist dat zijn, dat je er geen omkijken naar hebt. Het is geen doetje, hoeft niet gepamperd te worden met speciale mest, extra zorg of handwarm water uit gouden gietertjes. Breidt zich gul en uit eigen beweging uit en maakt zelf wel uit waar ie dan opkomt. En zou je al eens een stengel afknippen - per ongeluk want waarom zou je het expres doen - dan knip je die weer in zoveel stukjes als er uit geknipt kunnen worden, steekt ze in de grond, of een potje water, en het moet raar lopen wanneer dat dan geen nieuwe plantjes worden. Een aanrader kortom voor de niet zo handige tuinier die ik ben, de pleziertuinier. Bovendien, vlinders, zoals deze Atalanta, en alle andere insecten zijn er werkelijk dol op. In de winter, waar we nu nog niet aan willen denken natuurlijk, zijn de uitgebloeide stengels trouwens ook nog eens een buitengewoon decoratieve aanwezigheid. Hoe meer hoe beter, zeg ik daarom. En dat gaat dus praktisch vanzelf.
31 juli 2025
Geen vlieg kwaad
Ja, een vlieg, zul je zeggen. Gadver, misschien nog erachteraan. Want vliegen hebben geen aangenaam imago. En inderdaad hebben ze onsmakelijke manieren en eetgewoontes die ik hier maar even niet nader omschrijf. Kunnen ze bijzonder irritant om je hoofd heen blijven zoemen, overal op komen zitten, laten ze zich daarbij maar nauwelijks wegjagen en als je ze dood probeert te slaan, zijn ze je meestal te snel af. Allemaal waar. En okay, ik geef het toe, ik sla er ook wel eens eentje dood. Maar nooit op de tuin, die is insectenvriendelijk tenslotte. En de vlieg in kwestie moet het dan ook wel heel bont maken. In principe ben ik van het soort hij doet geen vlieg kwaad. Probeer ik te zijn in elk geval. Dit is trouwens een dambordvlieg. En als je je even over je eventuele en misschien terechte afschuw heen zet, is het toch ook gewoon een prachtig dier.
30 juli 2025
Als een kenner
Oefening baart kunst, luidt het gezegde. Als je maar vaak genoeg steeds dezelfde vlinders door de app haalt, ga je uiteindelijk een keer onthouden wie wie is. Zoals dit bont zandoogje. Bij mijn wandelingen op het vakantieadres kom ik ze ook zeer regelmatig tegen. Vliegen ze soms een eindje met me op. Bont zandoogje, mompel ik dan voor me uit , als een kenner.
27 juli 2025
De hiërarchie der groenten
Waar een weblog al niet goed voor kan zijn. Een week of drie geleden schreef ik dat ik pluis had verzameld van een mij onbekende bloem in de openbare berm van het tuincomplex. Niemand scheen zich erom te bekommeren en ik voorzag dat al dat kostbare pluis met de wind zou verdwijnen naar plekken waar men het niet zou weten te waarderen. Vandaar dat ik mij toen ontfermde over een bescheiden hoeveelheid, om er al doende achter te komen wat het zou worden. Of het wat zou worden.
Een buurvrouw op het complex leest mijn blog blijkbaar, wat sowieso al leuk is natuurlijk, om te merken, en die wist te vertellen dat het wel eens om de Paarse Morgenster zou kunnen gaan. Ik neem dat dan onmiddellijk voor de waarheid aan. Het wordt ook wel Haverwortel genoemd, wist ze ook nog. En dat je de penwortels na het eerste jaar kunt eten als schorseneren. Dat je ze dan wel eerst moet schoonmaken als schorseneren, onder water.
Elders lees ik dat deze haverwortel, net als de schorseneer, bijnamen draagt als keukenmeidenverdriet (vanwege het bewerkelijke schoonmaken en de vieze handen die je daarvan krijgt) en armeluisasperges. Dat het in de zestiende eeuw een populaire groente was maar daarna werd verdrongen door de schorseneer. Wat mij dan op de gedachte brengt dat wanneer de schorseneer dan de armeluisasperge is, de morgenster wel de armeluisschorseneer moet zijn. De armeluisarmeluisasperge.
25 juli 2025
De oplossing
Gisteren bezochten wij vanaf ons vakantieadres het Museum Insel Hombroich in Neuss, nabij Düsseldorf, in Duitsland dus. Een uitstapje dat ik iedereen van harte zou aanbevelen, maar daar gaat het hier niet over. Het museum bestaat uit een aantal paviljoens die verspreid liggen over en deel uitmaken van een uitgestrekt landgoed vol reusachtige oude bomen, afgeladen fruitbomen, ondoordringbaar struikgewas, waterpartijen, een rivier en een theetuin. Bij onze genoeglijke rondwandeling door dit paradijselijk oord troffen wij, naast het geëxposeerde uiteraard, allerlei insecten en vogels op ons pad, waaronder een geduldig poserende ijsvogel. Maar ook daarover gaat het hier niet.
Een ander dier dat wij zagen, we zagen ze aan het eind van de dag zelfs in groepen rondscharrelen over het terras van de theetuin, was de beverrat. Die heeft zijn imago niet mee natuurlijk, vanwege die staart, en dat woordje rat in zijn naam, maar het lijkt eigenlijk meer op een bever dan op een rat. Inclusief de intens oranjerode tanden.
Goed, waarom dit allemaal vermelden op een volkstuinblog, zou je zeggen. Dat komt nu. Wij stonden dat steeds schattiger wordende beestje zo een tijdje te bekijken, hoe het zat te grazen en te knabbelen aan het gras, met die lieve pootjes met ontzagwekkende nagels, en toen zagen we het gebeuren: hij at heermoes. Heermoes! De gehate, onoverwinnelijk veronderstelde oervijand van de volkstuinier. Net onder de slak vanzelfsprekend. Hij had de keuze tussen allerlei soorten sappig gras, maar hij koos de heermoes. En nóg een pluim. En nog een. Met genotvol halfgeloken oogjes liet hij het zich smaken.
Nu overweeg ik dus er een paar te ontvoeren. Al vermoed ik dat ik daar op de volkstuin toch geen vrienden mee zal maken.
22 juli 2025
Op eigen kracht
Schreef ik een paar dagen geleden niet over de Tronkenbij, die ik had aangetroffen op het bloeiend Groot Koeienoog? Dat het helpt, bij de herkenning, wanneer je er wat over leest? Honderd procent garantie krijg je niet, maar dat er toch ook een kans is dat er iets blijft hangen? Nou..
Van de Tronkenbij kon ik mij dus, toen ik dit beestje over mijn Groot Koeienoog zag paraderen, nog goed herinneren dat hij zo'n mooi tonvormig gestreept achterlijfje had, plus een voorkeur voor gele bloemen, en dat ze stuifmeel verzamelt op haar buik door met haar achterlijf op de bloem te kloppen. Dat kon dus niet missen dacht ik, alles klopte, dit was een Tronkenbij die stuifmeel bij elkaar liep te trommelen. Ik was buitengewoon ingenomen met mijn geheel op eigen kracht en vernuft uitgevoerde determinatie. Ter controle, of beter gezegd ter meerdere eer en glorie van mezelf, legde ik de foto ook voor aan Obsidentify. En die kwam met het twijfelhartige behangersbij onbekend. Maar ja, daar nam ik toen allang geen genoegen meer mee.
19 juli 2025
Schoonheid
Ik mag wel eens mopperen over die lastige insecten, die altijd net wegvliegen als je een foto van ze wilt maken. Dat zo'n foto dan ook meestal gedoemd is te mislukken. Dat je eindigt met iets onscherps, iets bewogens, iets dat lelijk te veel is ingezoomd of iets vaag groens waar net nog een insect zat. En dat terwijl ik nog wel het beste voor heb, met de insecten. Van mij niks te vrezen. Maar kijk, deze Dagpauwoog heeft medelijden en toont geduldig zijn schoonheid. Haar schoonheid. Dat weet ik niet.
18 juli 2025
Vogels overleggen niet
Vogels zijn er blijkbaar niet dol op, schreef ik een tijdje geleden al, dus in tegenstelling tot de aalbessen en de kersen, lieten ze mij de kruisbessen en de zwarte bessen. Maar ach, dat is ook een verdeelsleutel natuurlijk. En ik vind ze wél lekker, al had ik tegen een paar kersen en een handvol aalbessen ook geen bezwaar gehad. Vogels overleggen niet. Niet met mij in elk geval.
Ik maakte een rondje over de tuin, verheugde mij ook alvast op wat appeltjes en peertjes die ik zag hangen en waar ik het beste van blijf hopen, en plukte alle kruis- en zwarte bessen die ik nog niet in het dagelijks voorbijgaan al had gesnoept. Het bleef bij de bescheiden oogst van een derde kwarkbakje, maar ik ben zelf ook heel bescheiden dus dat deerde niet. Thuis maakte mijn vrouw er een potje jam van, niet anders dan door het te koken en weer te laten afkoelen, en zo hadden we de volgende ochtend onze eigen lokale biologische bessenjam zonder toegevoegde suiker bij het ontbijt.
16 juli 2025
Handenvol kleine Kaardebolletjes
Man, wat houd ik van de Kaardebol. In zijn weerbarstige eenvoud en stekelige oerheid heeft ie wel wat weg van de Gunnera, ook al één van mijn favorieten op de tuin. Ik ben dus blij dat ik er nu drie van heb staan, in vol ornaat, en hoop dat daar straks de spreekwoordelijke Puttertjes in groten getale op af komen. Voor het volgend jaar - de Kaardebol is tweejarig (zie mij eens met vaktermen strooien) - had ik tijdens onze vorige zomervakantie een flinke zak vol van die prikkelige zaadbollen meegenomen uit Frankrijk. Barstensvol zaad, bleken die te zitten. Met kwistige hand zaaide ik het voor in leeggegeten kwarkbakjes. Heel even dreigde het niks te gaan worden maar dan opeens leek het of ieder zaadje een plant werd. Liefdevol verspeende ik handenvol kleine Kaardebolletjes. Die allemaal steeds groter werden en uit hun potje groeiden. Eindelijk succes! Kun je teveel Kaardebollen hebben? Nee natuurlijk. Toch heb ik er afgelopen weekend een stuk of wat weggegeven aan vrienden en zonen en dochters her en der. En nog heb ik er over.
15 juli 2025
Beginnerswerk
Zo heel af en toe gebeurt het dat ik een beestje langs zie komen waarvan ik de naam weet, inmiddels. Of denk te weten. Bijna goed heb. Of waarvan ik na het opzoeken denk: oh ja! Veel vaker heb ik geen flauw idee. Wat wel helpt, heb ik gemerkt, is dat het makkelijker te onthouden valt wanneer je er wat informatie over leest. Zoals over deze Tronkenbij, bijvoorbeeld. Dat die stuifmeel verzamelt door met het achterlijf op de bloem te kloppen, en het vervolgens op de buik vervoert, zoals op deze foto ook wel te zien is. En kijk, dat is dan iets waarvan ik denk: dat zou wel eens kunnen blijven hangen. Net als het weetje dat ze voornamelijk stuifmeel van gele bloemen verzamelt. Maar goed, dan lees ik ook meteen weer dat de Tronkenbij sterk gelijkt op de Klokjesbij. Of andersom. Dus het blijft beginnerswerk.
11 juli 2025
Krekels zijn nooit groen
Is het groen, dan is het géén krekel. Van wie ik die vuistregel heb opgestoken weet ik niet meer, en dat is natuurlijk jammer, maar de vuistregel zelf heb ik dan toch in elk geval onthouden. Krekels zijn nooit groen. Alleen Japie Krekel dus, van Pinokkio, maar dat is een jokkebrok zoals we weten. En Walt Disney vond het verder ook wel best blijkbaar, al denkt de halve wereld nu dat als ie iets groens weg ziet springen, het een krekel is. Dit is dus een sprinkhaan. Een 'spitskopje onbekend' volgens Obsidentify. Na enig eigen netonderzoek meen ik te denken dat het een zuidelijk spitskopje is, dat, zoals de naam al aangeeft, vooral in het zuiden voorkomt maar door de klimaatverandering ook naar noordelijkere streken trekt. Zoals mijn volkstuin dus. Waar ie in de ruigte van grassen en andere dichte begroeiing zijn ideale biotoop heeft gevonden. Want uit het feit dat deze hier nog geen vleugels lijkt te hebben maak ik dan ook nog op dat het wel eens een jong exemplaar zou kunnen zijn.
10 juli 2025
Fladderen en hobbelen
Het wemelt van de vlinders op de tuin, op het moment. Overal zie ik ze fladderen, van verbena naar groot koeienoog naar braam en verder. Grote vos, kleine vos, dagpauwoog, zandoogje, koolwitje.. de usual suspects, zeg maar. Een vrolijkmakend gezicht. Ik hobbel er vaak achteraan, telefoon in de aanslag, voor een liefst spectaculaire natuurfoto, maar dat valt dus nog niet mee. En dan niet eens vanwege het feit dat het maar een telefoon is, die ik in de aanslag heb. Het is vooral dat ze je al van verre aan zien komen en maken dat ze weg zijn, fladderend en al. Dus ben ik al blij als ik er zo af en toe eentje überhaupt op de foto krijg, zoals dit groot koolwitje, al is het wat onscherp, en net een beetje lullig aangesneden. Dan maar niet spectaculair, denk ik dan maar.
09 juli 2025
Paars
Telkens wanneer ik op de tuin kom lijkt er weer iets anders in bloei te staan. De moerasandoorn, linksboven, namen we als aandenken mee uit de oever van de Regge, bij een kanotocht, twee jaar geleden. Blijkt geen moeilijke plant te zijn, zullen we maar zeggen. De insecten zijn er dol op. De Dropplant rechtsonder kocht ik zeer deugdzaam bij de Hortus Alkmaar. Een bezoekje waard trouwens.
03 juli 2025
Pluis
Of je het nog strooiselroof moet noemen weet ik niet. Ik vind dan maar van niet. Langs het pad op het complex, in de gemeenschappelijke berm, aan de slootkant, stonden hier en daar wat bossen grote, paarse bloemen. Geen idee wat het was, maar ik vond ze mooi. Na de bloei werden dat vrij grote pluizenbollen, gelijk paardenbloemen, maar dan dus veel groter. Ik liep er een paar keer langs en zag het gebeuren. Niemand ontfermde zich erover. Die zaden zouden zich straks met de wind over het complex verspreiden. Het waren best veel bloemen. Met in iedere pluizenbol best veel zaden. Ik kon de verleiding niet langer weerstaan en besloot mijn bescheiden deel vast mee te nemen.
02 juli 2025
Trrrt (ong. 1 sec.)
Waar ik loop, op de tuin, springen ze voor m'n voeten weg. Sprinkhaantjes, noem ik ze maar even, voor het gemak. Ze laten zich lastig fotograferen, zo snel zijn ze. Ze zijn ook lastig te determineren, lees ik, want daarbij gaat het om zulke minimale verschillen dat je er kregel van zou worden. Ik verlaat me gewoontegetrouw geheel en al op de Obsidentify app die mij verzekert dat dit in elk geval een Kustsprinkhaan is. Die weliswaar op de Krasser lijkt, en op de Zompsprinkhaan, maar langere vleugels heeft, en een donkere achterknie. En op de Weidesprinkhaan, maar die is in Nederland slechts één keer waargenomen, dus dat zou op mijn bescheiden volkstuintje dan wel erg uitsloverig zijn. Het geluid wordt omschreven als het ritsen van boekpagina's langs een duim. Trrrt (ong. 1 sec.) Kijk, dat vind ik nou leuk, al heb ik het nog niet gehoord.
Vermomd
Je kunt wel zien hoe deze Blinde Bij aan z'n naam komt, met die grote zwarte zonnebril op zijn neus. De namen Stevie Wonder, Ray Charles en Jules de Corte dringen zich op. Maar de Blinde Bij kan uitstekend zien, en een bij is het ook niet. Het is een meester in vermommen. Lijkt op een bij, gedraagt zich als een bij, maar is een zweefvlieg. Een zweefvlieg die geen zin heeft om opgegeten te worden en zich daarom stoerder voordoet dan ie is, want steken, dat kan ie niet. Moet ie misschien alleen nog een beetje uitkijken voor de bijeneter.
01 juli 2025
Boeket
Met angst en beven toog ik naar de tuin vanochtend vroeg. Voor de hitte uit, dacht ik nog, maar daar was het zelfs om acht uur al te laat voor. Het viel me alles mee, na de eerste dag van het hitteplan. De tuin trekt haar eigen plan en stond er prima bij. Alleen de Gunnera, een notoire zuiplap, had het te kwaad. Voor de rest stond alles te groeien en te bloeien of er niks aan de hand was.
Jam
Mijn kersen en mijn aalbessen zijn allemaal door de vogels opgevreten, maar kruisbessen lusten ze blijkbaar niet, net zo min als zwarte bessen trouwens, want die hangen er allemaal nog. De zwarte bessen heb ik de afgelopen tijd zelf met kleine handjes tegelijk geplukt en door de salade en de kwark geroerd, de kruisbessen pluk ik straks allemaal in één keer om er jam van te maken. Eens kijken of dat lukt.
30 juni 2025
Dikke sprieten
Dit is ook weer zo'n diertje dat je pas ziet als je er met je neus bovenop staat. Wat zal het zijn? Vier millimeter, hooguit. Je vindt het alleen wanneer je het niet zoekt en je kunt het niet zoeken, want je wist niet dat het bestond. En zo klein als ie is, zo wijdlopig is z'n naam: Slanke Diksprietblindwants, namelijk, toe maar. Dat ie dikke sprieten heeft, dat is te zien. Of ie slank is weet je pas wanneer je de dikke diksprietwants ernaast ziet, als die bestaat, maar dat zal dan haast wel. En blind wordt ie genoemd omdat hij, in tegenstelling tot andere wantsen, geen puntogen heeft. Het is alles van Obsidentify geleende kennis.
Leeft op verschillende planten en struiken door aan knoppen en vruchten te zuigen, maar, let op, ook aan bladluizen, eieren van rupsen en bladhaantjes, en aan rupsen van spinselmotten. En dat vind ik dus het mooie van zo'n tuin als stukje natuur. Je kunt eens last hebben van bladluizen, rupsen of bladhaantjes, de oplossing dient zich op den duur vanzelf wel weer aan, als je de boel een beetje z'n gang laat gaan.
Wimpers
Ons land zucht onder een hitteplan, de komende dagen. Niet heel uitnodigend om nou eens lekker op de tuin te gaan staan werken. Of zelfs maar de klapstoel uit te zetten en het er eens lekker van te nemen. Jammer eigenlijk, want er staat van alles te bloeien. Vooral deze grote koeienogen, die ik ooit vanwege de naam bij een biologische kwekerij op de Veluwe heb gekocht. Ze zullen zo heten vanwege de wimpers, denk ik. De kleur kan het niet zijn.
28 juni 2025
Moedergevoelens
Lief, is waarschijnlijk niet het eerste woord dat in je opkomt als het over spinnen gaat. Eerder het laatste, denk ik. Als het dan ook nog gaat om een wolfspin zouden bij veel mensen wel eens meteen de stoppen kunnen doorslaan. Maar kijk eens, deze wolfspinmoeder draagt haar talrijk kroost op de rug met zich mee. Ik schreef hier al eerder over de wolfspin, die ik in maart al door mijn nog zo goed als kale tuin rond zag struinen, en die, had ik toen gelezen, enige broedzorg zou verlenen. Ik wist toen niet zo goed wat ik me daar precies bij voor moest stellen, een spin met moedergevoelens, maar nu dus wel. Ik geef toe, heel aaibaar ziet het er niet uit, maar lief, ja, dat is het wel.
27 juni 2025
Janboerenfluitjeswesp
Bij mijn meest recente rondje door de tuin kwam ik van de week opeens weer allerlei insecten tegen. Eigenlijk voor het eerst dit jaar. Het kan zijn dat ik eerder niet goed keek, of dat ze er nu pas zijn, het kan ook zijn dat het waar is wat ze zeggen, dat het steeds slechter gaat met de insecten. Veelzeggend in dat kader is misschien ook dat ik bij het zoeken naar wat informatie over deze of gene vlieg of rups of wesp vaak als eerste te lezen krijg hoe je die zou moeten bestrijden. Hoe schadelijk ze wel niet zijn. Zo ook bij deze knollenbladwesp. Wat natuurlijk een grappige naam is, knollenbladwesp. Klinkt een beetje alsof je hem niet serieus hoeft te nemen. Een Janboerenfluitjesnaam. Die ook niet helemaal lijkt te kloppen want de larven, schijnrupsen weet ik inmiddels, houden vooral van het blad van de mosterdplant. In de mosterdteelt zijn ze dan ook niet populair, wat dan misschien ook wel weer te begrijpen valt. Ik vond het wel een aardig beestje, want waar de meeste insecten niet weten hoe snel ze zich uit de voeten moeten maken als ik eraan kom, met mijn camera in de aanslag, bleef deze knollenbladwesp onaangedaan zitten terwijl ik m fotografeerde. Ik kreeg zelfs de indruk dat hij terug zat te kijken.
26 juni 2025
Dat scheelt
Gistermiddag was ik even op de tuin. Het zonnetje kwam er door en het werd zelfs nog warm ook, nadat het de afgelopen dagen alleen maar vervelend en lawaaiierig gewaaid had. Ik mag wel weer eens sproeien, dacht ik, want de grond was alweer aardig droog en hard. Een werkje waar ik altijd een beetje tegenop zie, sproeien. Gesleep met een pompje en slangen, vies gedoe met benzine, een motortje dat ik niet aan de praat krijg en een beschamende hoeveelheid herrie als ik het wel aan de praat krijg. Maar vandaag regent het, dus dat is fijn.
25 juni 2025
Het gouden bruidspaar
Tussen de struiken en de boompjes en al het andere groen heb ik ook wat zelfverzonnen beelden staan. Ik vind dat leuk, een beetje voor me uit knutselen op niks af, voornamelijk met oude zooi en gevonden voorwerpen. Naast pleziertuinier ben ik beeldend knutselaar. Dit beeld is gemaakt van twee eikenhouten spijlen van het een of ander, twee metalen stangetjes uit een afgedankt tafelvoetbalspel, twee doppen van een fietsbel, twee grote, verroeste spijkers en wat ijzerdraad. Het heet Het Gouden Bruidspaar.
23 juni 2025
Om naar te kijken
In het hoofdstuk onkruid bestaat niet. Weegbree. Smalle weegbree, om precies te zijn. Ook weer zo'n plantje dat in veel tuinen als ongewenste vreemdeling uit de grond wordt getrokken. Ik snap werkelijk niet waarom. Hij doet helemaal niemand kwaad, integendeel, hij schijnt er allerlei geneeskrachtige en heilzame werkingen op na te houden, is daaronder zeer bescheiden en die bloemetjes die als sterretjesvuurwerk van onder naar boven spetteren.. dat is toch gewoon alleen maar leuk. Ja toch? Ik vind van wel.
Het blad schijn je verder als spinazie te kunnen eten, en bij het televisieprogramma Binnenstebuiten was de chefkok van dienst nogal enthousiast over de notige, paddenstoel-achtige smaak van de jonge bloemknoppen. Nou zijn die altijd overal nogal enthousiast over, dat maakt het programma zo aardig, in deze barre tijden, maar goed, dat wilde ik dan ook wel eens proberen. Vol verwachting plukte ik een knop en kauwde er een tijdje welwillend op. Tja. Nou ja. Ik vind ze leuker om naar te kijken. Laat ik het daar op houden.
Kwartje
Ik kon het niet meteen thuisbrengen, dit beestje. Was het wel een beestje, vroeg ik me zelfs even af. Leeft het? Is het dood? Is het een schelpje, een rare slak? En wat zijn die witte sterretjes aan de achterkant? Of is dat de voorkant? Aziatisch lieveheersbeestje, hielp Obsidentify mij weer eens uit de brand. De larve van, begreep ik toen, maar het bleef raar. Tot ik later op de middag een filmpje van mijn dochter kreeg toegestuurd dat zij in haar 1000soortentuin had gemaakt van een lieveheersbeestje dat uit zijn of haar pop kruipt. Toen pas viel het kwartje. En begreep ik dat ik er wat langer bij had moeten blijven staan. Dan had ik iets bijzonders meegemaakt..
22 juni 2025
Zomerzon
De eerste zomerdag hakte er meteen lekker in, gisteren. Of wat het de laatste dag van het voorjaar? Daar zal wel weer over gediscussieerd kunnen worden. In elk geval, op de tuin was het zeker niet te doen, met een verzengende zon.
21 juni 2025
Blauwtje
Dat zie je toch niet vaak, blauwe dieren, zeker niet boven water, meende ik, zeker niet in Nederland. Maar deze rups is het, blauw. Dus ik dacht, simpel als ik ben, misschien wordt het wel een Icarusblauwtje. Of een gewoon Blauwtje, desnoods. Dat zou wat wezen, want hij was bepaald niet in zijn eentje, deze rups. Maar zo simpel als ik zit de natuur niet in elkaar en dat is misschien maar goed ook.
Wat we hier hebben is de larve van de Monostegia Abdominalis. Hoewel algemeen voorkomend in ons land ontbreekt een Nederlandse naam. Het wordt geen vlinder, het is zelfs geen rups, het is een bastaardrups. Dat kun je zien, lees ik niet voor het eerst, aan de pootjes. Alleen de eerste drie setjes van twee zijn echte pootjes, de rest zit er voor de sier. Ik moet dat proberen te onthouden. Wordt zo'n 18 mm, lees ik ook, en als ie groot is wordt het een bladwesp, van 8 mm. Maximaal. Oranje.
Bladwespen worden ook wel zaagvliegen genoemd, vanwege het puntje aan het achterlijf van de vrouwtjes, dat wat lijkt op een zaag. Hiermee legt ze haar eitjes in de waardplant. In dit geval de wederik. Wederikwesp zou dus een heel aardige naam zijn. Mannetjes zijn er niet veel van, lees ik verder, en die zijn ook niet zo nodig want de Monostegia Abdominalis plant zich voornamelijk ongeslachtelijk voort. Dat is nog eens een blauwtje lopen.
20 juni 2025
Dagactieve nachtbloeier
Een zonnige aanwezigheid op de tuin, deze Teunisbloem. En dat terwijl hij bekend staat als nachtbloeier. Ik nam 'm mee van vakantie, een paar jaar geleden, waar ie in de braakliggende achtertuin van het vakantiehuis ondergewaardeerd stond te wezen. Wachtend op de onvermijdelijke schoffel van de reeds bestelde hovenier. Bij mij op de tuin kreeg ie asiel en als dank breidt hij zich uit in alle windrichtingen. Zelfs bij mijn dochter in de voortuin staan de nakomelingen. Bloeit ook gewoon overdag trouwens. Bijzonder is wel dat de bloemen zich tegen de avondschemer openen, vandaar misschien dat nachtbloeier. Het loont de moeite er dan een tijdje bij te blijven staan, want je ziet het gebeuren, recht onder je neus. Alsof het een vlinder is vouwen de bloemblaadjes zich uit. Met een paar tellen is het gebeurd en heb je iets bijzonders meegemaakt.
19 juni 2025
Mislukt
Pas begonnen met mijn tuin - ik weet het, ik heb het al vaker verteld - begon ik vol goede moed en blijde verwachting met het verbouwen van knolrapen, lof, schorseneren en prei. Behalve dat veel niet opkwam, snel verpieterde of anders wel meteen werd opgevreten door slakkentuig of overwoekerd en verstikt door niet in de hand te houden wilde inheemse gewassen, waren er meer tegenslagen te verwerken. De groenlof bijvoorbeeld. Kwam prima op en de slakken lieten het staan. Later ben ik gaan denken dat ze het waarschijnlijk net zo vies vonden als wij. Want wat ik er ook mee probeerde, aan mijn aanrecht, aan mijn fornuis, het was niet te hachelen. Wat restte van de oogst liet ik staan. En daar heb ik geen spijt van gekregen want ieder jaar trakteert mijn mislukking mij op dromerig ijlblauwe bloemen in vrolijk makende hoeveelheden. En elk jaar meer, want het breidt zich uit als een wild inheems gewas.
Wie wat bewaart
Wat ligt daar nou, op m'n terras, dacht ik, maar ik wist het al. Het was een kersenpit. Zeer hoogstwaarschijnlijk de pit uit één van mijn jaarlijkse drie kersen. En ik had 'm niet gegeten, want rijp waren ze nog lang niet. Gelaten controleerde ik mijn boom, en inderdaad, daar hing een tweede afgekloven pit, nog aan het steeltje. De derde en laatste kers hadden ze blijkbaar tot morgen bewaard.
16 juni 2025
Keramiek met zulk dessin
Hij zit nu even op het oranje havikskruid, maar het is dus een andoornschildwants. Waarschijnlijk op doorreis van de ene bosandoorn naar de andere, want dat is, lees ik, de voornaamste waardplant en die staan er best veel omheen. Of hij houdt van variatie, dat kan ook. In elk geval, moet je zien wat een prachtig beestje, zo klein als het is. Keramiek met zulk dessin, ik zou het kopen. Prachtbronsschildwants is dan ook de meer poëtische oude naam. En Obsidentify houdt het op een zuinig vrij algemeen, elders op het net lees ik dat het buiten het oosten en zuiden van het land een schaarse verschijning is, en dat het in de kuststreek, hier dus, zelfs bij slechts enkele waarnemingen blijft. Waarvan deze er dan dus één is. Dank u.
Doekoe
De buren achter hadden een tomatenplantje over. Met de veelbelovende naam Moneymaker. Of ik daar plek voor had. Tja, wie zou daar geen plek voor hebben. Ik zette het meteen in de grond, in de kas, met aan de buren de plechtige belofte er liefdevol voor te zorgen. Aan die belofte houd ik mij, en zie, dat begint zich nu uit te betalen.
14 juni 2025
Pink Queen
Hallucinerende temperaturen, zo opeens, op de tuin. Deze prikneus kreeg ik van mijn dochter, twee of drie jaar geleden, geloof ik, en sindsdien breidt ie zich gestadig uit. Ik weet niet zeker, eerlijk gezegd, of ik m echt heel mooi vind. Als plant. Maar van de bloemen kun je eigenlijk alleen hallucinerende, Warholeske foto's maken. En dat is ook wat waard. Dat is zeker ook wat waard.
12 juni 2025
Niet uit de klei getrokken
Toen ik met deze tuin begon had ik nog woeste plannen en ideeën over het verbouwen van allerlei groenten en fruit. Wist ik veel.. Appels en peren! Kersen en pruimen! Vergeten groenten! Hartstikke hip en leuk. Zo zaaide ik bijvoorbeeld ook schorseneren. Huisvrouwenverdriet, moet je daar dan achteraan zeggen, net als 'het witte goud' na asperges. Bovendien zijn schorseneren ook weer armeluis-asperges geloof ik, dus dan is het cirkeltje rond. Maar goed, ik had schorseneren gezaaid. En die kwamen heel aardig op, dat was het probleem niet. Het probleem werd het oogsten. Dat was niet te doen. Die lange, dunne pierlala's zaten zo onmogelijk vastgezogen in de Noordhollandse klei, die kreeg ik er alleen in kleine stukken en onooglijke brokken uit. Daar viel geen fatsoenlijk maal meer mee te koken. De schorseneer werd bijgeschreven op de lijst der mislukkingen in de moestuin. Maar helemaal vergeten is hij niet, want nog ieder jaar duikt hij op. Als bloem.
Boeket
Een bloemenzee is het niet, mijn tuin, dat zal ik hier niet beweren. Dat hoeft ook niet van mij. Al heb ik zeker ook geen bezwaar tegen een bloemetje hier of daar.
11 juni 2025
4
Wie het kleine niet eert.., schreef iemand onder mijn berichtje over de bescheiden aardbeienoogst. Drie aardbeien, waren dat. Ik deed ze in de kwark. En eerde daarmee het kleine, waarmee ik het grotere weerd bleek te zijn. Want vandaag lijkt er een andere oudHollandsche wijsheid van toepassing, als bijvoorbeeld: geduld is een schone zaak. Of: de aanhouder wint. Vanochtend had ik zomaar genoeg voor maar liefst vier beschuitjes. Een Hollandse traktatie.
10 juni 2025
Wesp
Het is schaamteloze zelfpromotie natuurlijk, maar goed, waar anders voor onderhoud je een weblog. Tijdens ons culturele uitstapje in Museum Arnhem, en met name de 365 insecten van Mariëlle Videler, dacht ik onwillekeurig terug aan een serie gedichtjes over insecten die ik in een tamelijk ver verleden maakte. Met illustraties en al. E-rix klein insectenboek, noemde ik dat destijds, want ik publiceerde het op het toen nog tamelijk verse internet. Of het er ooit 365 geworden zijn betwijfel ik, maar veertien belandden er ooit in een boekje, uitgegeven door een opdrachtgever. De Depressieve Regenworm En Dertien Andere Vieze Beestjes, heette dat. Deze arme wesp stond er ook in.
365 insecten
Met de Pinksterdagen maakten wij een cultureel uitstapje naar het Museum Arnhem. Zeer de moeite waard overigens. Officieel gingen we voor Jan Mankes, ook zeker de moeite waard, maar als beheerder van een insectenvriendelijke tuin was ik vooral getroffen door de tekeningen van Mariëlle Videler. 365 insecten, tekende zij. Een jaar lang elke dag één. Met haar vingers, zwarte verf en potlood, op gevoel. Krachtige, trefzekere tekeningen op middelgroot formaat. En hoewel ze niet naar een voorbeeld tekende en niet ieder getekend insect ook werkelijk zal bestaan, waren ze stuk voor stuk zeer herkenbaar. Ik vond het buitengewoon inspirerend.
07 juni 2025
De vier plagen van de Els
De zwarte els blijkt een populaire gastheer te zijn voor allerlei insectenvolk. Zo waren daar al de (bastaard)rupsen van de elzenbladwesp, met hun vrolijk ballet, hun gechoreografeerde schranspartij, inmiddels allemaal als bij toverslag verdwenen om ergens tot wespjes te verpoppen, met achterlating van een zo goed als kale boom. Niet veel later trof ik een kevertje dat al een grillig spoor in één van de niet door rupsen weggevreten bladeren had getrokken, het elzenhaantje, volgens Obsidentify. Op weer een ander blad zag ik vier mysterieuze oranjebruine vlekjes waarvan Obsidentify geen idee heeft, dus ik al helemaal niet, al vond ik ze wel mooi, en tot slot vond ik vandaag een opgerold blad waarvan ik meen te weten dat dat door bladrollers wordt gedaan. Dat zal in dit geval dan wel een elzenbladroller zijn. Gelukkig heb ik meer dan één els in de tuin.
06 juni 2025
Spec.
Ja, dacht ik, toen ik dit miniatuurkevertje langs zag glimmen, deze weet ik. Die kleur, dat metallic-achtig glanzen, dat mooie bolletje.. dat moet het een of andere haantje zijn. Puur om mijn triomf te vieren haalde ik 'm door de Obsidentify app. Altica spec., meldde die. 100% zeker. Ik leer het waarschijnlijk nooit.