18 november 2025
Kolven, aren, bloemen
Wie ik natuurlijk niet mag vergeten te vermelden, als het gaat om stugge herfst of geen herfst doorbloeiers, is de Gunnera. Eén van mijn lievelings, invasieve exoot of niet. Dat ie invasief is heeft ie trouwens dit seizoen bewezen, want op twee plekken in de tuin zijn spontaan gezonde nakomelingen opgedoken.
Maar goed, de bloemen. Je zou kunnen zeggen dat de Gunnera bescheiden bloeit, als het niet ook van die enorme kolven waren, in enorme hoeveelheden bovendien. Die zich dan weer wel angstvallig verschuilen onder het indrukwekkend bladerdak. Dat deze dagen naar de winter toe langzaamaan ineenstort en zijn verborgen schatten blootgeeft.
Prehistorische schoonheid, als je het mij vraagt. Robuuste, weerbarstige kolven, aren, bloemen, hoe moet je het noemen. Net aan met twee handen te omvatten, een halve meter hoog als het moet. Zo hard dat je er iemand mee knock out zou kunnen slaan, als je daarvoor in de stemming zou zijn. En dan toch weer van die piepkleine rode balletjes in de stekelige spelonken. Wat zouden het zijn? Zaden? De eigenlijke bloemen? Ik weet het niet. Van horen zeggen schijn je er kleurstof van te kunnen maken, vandaar de volledige naam Gunnera Tinctoria wellicht. Hoe dat in zijn werk zou moeten gaan, heb ik tot nog toe nergens kunnen vinden. Maar dat wil niet zeggen dat het niet waar is.
11 november 2025
Boodschap
Herfst of niet, er zijn altijd volhouders die daar net als ik niet aan willen. Die hun kop in de wind gooien en onverdroten door blijven bloeien. Eerder noemde ik al de cichorei, die tot op de dag van vandaag iedere dag nieuwe bloemen tevoorschijn tovert van het teerste lila, alsof het nog volop lente is, alsof de zomer net is begonnen. Maar er zijn er meer die er zo over denken. De paardenbloem, bijvoorbeeld. De teunisbloem, onvermoeibaar. Het oranje havikskruid duikt overal op. Zelfs de braam kan er geen genoeg van krijgen. En zo zijn er verschillende plekjes op de tuin waar tussen het grote sterven en het donkerbruin verval de boodschap valt te lezen dat het straks allemaal weer goed komt.
07 november 2025
De boompjes doen hun best
Het is herfst op de tuin. Dat zal niemand verbazen, het is herfst in heel het land en ver daarbuiten. Ik was er niet veel, de afgelopen weken, op de tuin. Omdat ook het weer zich nogal herfstachtig gedroeg. Met wind en regen en donker chagrijn. Reden waarom ik niet per se een liefhebber van de herfst ben. Toch heeft de herfst natuurlijk ook wel zijn charme. Ja hoor. Als de zon er maar een beetje op staat. En dan mag het van mij best een herfstzonnetje zijn. Dan is het verval best aan te zien. Dan kan ik daar de schoonheid zeker wel van inzien. Uitgebloeide staketsels van kaardenbol, groot koeienoog, boerenwormkruid, zuring.. ze leveren een schilderachtig beeld op. En de boompjes doen ook hun best, met de herfstkleuren. Ik zie het allemaal, en ik waardeer het, accepteer het als onvermijdelijk onderdeel van de cyclus des levens.. toch bezie ik het ook met het oog der verwachting. Hoe alles straks weer tot leven komt. Het duurt nog even. Maar tot die tijd maken we er het beste van.
05 november 2025
Dom geluk
Koperwieken, las ik, broeden niet in Nederland. En geef ze eens ongelijk. Dat doen ze in Scandinavië, of nog noordelijker. Overwinteren doen ze dan weer in zuidelijker streken, Frankrijk, Spanje, Italië.. tot aan Syrië aan toe. Alleen deze herfstige maanden zijn ze even hier. Op doorreis. Als tussenstop, om zich even vol te vreten aan appels, peren en bessen. Voor de rest van de tocht. Alle reden dus om zodra ik op de tuin ben de kijker te pakken en naar de appelboom in het bosje verderop te sluipen, waar ik ze kortgeleden aantrof. Nu zijn ze er nog tenslotte.
Lang hoef ik niet te wachten, daar daalt een wolk vogels fladderend de boom in. Na enig gestuntel heb ik ze in de kijker. Duidelijk zie ik de oranje vegen onder de vleugels waar ze hun naam aan te danken hebben. Maar hé.. ik zie er ook die dat niet hebben. Ik zie er ook die wat groter lijken, die wat anders getekend zijn. Verstand heb ik er niet van, maar dit lijken me dan dus geen koperwieken.
Waar ik het vandaan haal weet ik niet, niet uit de boom der kennis in elk geval, maar ergens uit de doos klok en klepel en aanverwanten meldt zich de naam Kramsvogel. Zouden dit kramsvogels zijn? Een uur geleden had ik geen adequate beschrijving van de kramsvogel kunnen geven, zelfs niet bij benadering, nu weet ik op niks af bijna zeker dat het zo is. En dan is het fijn dat je het wereldwijde web op zak hebt. Binnen een minuut weet ik dat ik gelijk heb. Dom geluk natuurlijk, en niks om trots op te zijn, maar ik ben het toch.
30 oktober 2025
Koperwiek
Eerst dacht ik dat het spreeuwen waren, die daar zo fanatiek aan het hakken waren. Af en aan vlogen naar de appelbomen die een eindje verderop in het bosje staan. Appelbomen vol appels die blijkbaar van niemand zijn. Die niet geplukt worden. Die niemand wil hebben. Niemand behalve de spreeuwen dus. Tenminste, ik dacht dat het spreeuwen waren. Ik besteedde er verder geen aandacht aan. Onterecht natuurlijk want spreeuwen zijn geweldige vogels. Alleen dat magische zwermen al. Maar ook dat brutale, tikkeltje ordinaire dat om ze heen hangt. En dat schitterende verenkleed, waarvan je pas bij nadere beschouwing ziet hoe subtiel het gekleurd is.
Maar goed, ik had nu even geen tijd voor nadere beschouwing, ik was ergens mee bezig, al weet ik nu niet meer wat. Tot ik een geluidje hoorde dat mij niet bekend voor kwam. Een geluidje dat ik niet met de spreeuw associeerde, al zijn spreeuwen, weet ik, geweldige imitators.
Ik haalde de Merlin bird app erbij want op zijn minst wilde ik dan wel eens weten wie hier dan geïmiteerd zou worden. Koperwiek, was het antwoord. En kijk, daar haal ik mijn kijkertje wel voor tevoorschijn. Koperwieken, herinnerde ik me, had ik enkele jaren geleden nog eens geheel op eigen kracht weten te herkennen, een wapenfeit waar ik toen nogal content mee was.
Met mijn kijkertje sloop ik naar het bosje met de appelbomen en na een tijdje had ik er inderdaad één in beeld. Schitterend. Hij leek nieuwsgierig terug te kijken voordat hij zich weer op de appels stortte. Het leverde me een opgetogen gevoel op dat de gehele fietstocht door de striemende regen tegen de opkomende storm terug naar huis stand hield.
23 oktober 2025
Gemengde gevoelens
Moet je hier nou wel of niet blij mee zijn, met je insectenvriendelijke tuin? Met je laat de natuur z'n gang maar gaan instelling? Met je heilig vertrouwen in Moeder Natuur, wiens wegen weliswaar ondoorgrondelijk zijn maar die schijnt te weten wat ze doet? Laten we het op gemengde gevoelens houden. Het ziet er prachtig uit, zonder enige twijfel, maar het zijn dus wel slakkeneitjes. De slakken van morgen. De aangevreten oogst van volgend seizoen. En het seizoen daarna. En de seizoenen daarna, want een slak wordt zo vijftien jaar, is eeuwig trouw aan zijn geboortegrond en legt soms wel zes keer per jaar tot tweehonderd eieren, is het gewogen gemiddelde van wat ik zo hier en daar lees. Dus ja, nee, ik sta niet te juichen bij deze vondst. Aan de andere kant, de slakken van morgen zijn ook weer het voedsel voor de egels, de vogels, de muizen en de padden van morgen. Sommige paddestoelen eten slakken, lees ik, net als schimmels, vraag me niet hoe dat in zijn werk gaat. Loopkevers en duizendpoten jagen op slakken. Hagedissen, kikkers, hazelwormen en ringslangen eten ze. En de eitjes zelf zijn vast ook een traktatie, voor deze of gene. Ik heb eenden er wel eens op los zien gaan tenminste. Dus ja, nee, ik raak er ook weer niet meteen van in de moordlustige stress, van deze vondst. Al is het moeilijk principieel te blijven, in dit geval, en vraag ik me wel een beetje opstandig af waarom er nog zó veel rondglijden, met al die veronderstelde liefhebbers op de kust. Laten we het inderdaad maar op gemengde gevoelens houden.
20 oktober 2025
Zo van het penseel gevallen
Gut, wat zou dit nou toch weer zijn, dacht ik bij het zien van deze fraai gekleurde stippen op het blad van de paardenbloem. Als druppels aquarelverf, karmijnrood, zo van het penseel gevallen. Naar de rand toe vervagend, uitgelopen op het helder groen papier van het paardenbloemblad. Vanwege de herfst en het vochtige weer dacht ik in eerste instantie aan de een of andere schimmel. Of een soort roest, wat dan trouwens ook weer een schimmel is, lees ik net. Maar nee, blijkt uit nader onderzoek, dit is het werk van de paardenbloemvlekgalmug. Die heeft hier haar eitjes gelegd, en veroorzaakt daarmee die artistieke vlekken.
Klinkt vervelend, een galmug. Je begint al te krabben als je het woord hoort. Het valt echter mee. Sterker nog, het is eigenlijk wel goed nieuws. De larven van de galmug eten namelijk bladluizen. En veel ook. De galmug, lees ik, wordt wel ingezet als biologische bestrijder van bladluis in de tuinbouw. Je kunt ze kopen, op internet. Ik krijg ze gratis, van de natuur. En zo blijkt opnieuw hoe nuttig de vaak verguisde paardenbloem is.
Ik zocht dan nog een plaatje van de volwassen paardenbloemvlekgalmug, maar dat was vreemd genoeg op gans het wereldwijde web niet te vinden. Wel bleek dat er vele, vele soorten galmuggen zijn. Perenbladgalmug, brandnetelbladgalmug, melkdistelpokgalmug, rozenbladgalmug, wilgentopgalmug, geoorde wilgbladgalmug.. kortom, een beetje plant kan niet zonder zijn eigen galmug.
18 oktober 2025
Optimist
Waar ie het vandaan haalt weet ik niet, maar we kunnen misschien een voorbeeld nemen aan de cichorei. Wat een optimist. Wat een doorzetter. Begonnen als groenlof, bij de ambitieuze start van wat toen toen nog een moestuin moest worden, maar wegens verregaande oneetbaarheid verwilderd in wat inmiddels de wat wildere tuin kan worden genoemd. Trekt zich niets aan van de herfst. Waar andere planten gelaten hun blad laten vallen, mistroostig de boel laten verdorren, levert de cichorei nog altijd onvermoeibaar elke dag, weer of geen weer, een handvol nieuwe bloemen.
13 oktober 2025
Wonderlijk
Nog even over die zwartgerande tuinslak waarover ik een paar dagen geleden schreef. Die een lange reis langs de scherp gedoornde stengel van de kaardenbol had ondernomen, om daar niets anders te vinden dan dorre bladeren, dode bloemen en nog meer stekels. Ik had daarover mijn berichtje geschreven en was die avond tevreden naar bed gegaan. Voor het inslapen las ik nog een stukje in het boek van Renze Borkent, waarvoor ik in de rechterkolom ook reclame maak, Kleine Natuur geheten. En verdomd als het niet waar is, ik was gebleven op bladzijde 151 onderaan, dus daar ga ik verder en dan lees ik binnen een paar zinnen het volgende: 'Ondertussen kruipt een zwartgerande tuinslak over de stengel van de kaardenbol die is voorzien van forse stekels. Dat lijkt me als weekdier zijnde een vrij onmogelijke ondergrond, maar blijkbaar kan het.' Ik noemde het in mijn rechterkolom al een herkenbaar boekje, dus dat was zeker niet overdreven. De schoonheid van het universum. Twee zwartgerande tuinslakken met dezelfde missie. Twee mannen die dat zien. En zich verwonderen.
[Als u geen rechterkolom ziet, op uw telefoon, schakel dan over op de internetversie, helemaal onderaan het scherm van de telefoon.]
Handjevol hoop
Met de appels en de peren, de bramen en de tomaten mag het een beetje gedaan zijn inmiddels, ook in de herfst valt er nog te oogsten. Zaad, namelijk. Ik vertelde al van mijn zinken emmertje vol openspringende lathyruspeulen, ook andere planten laten zich gemakkelijk van hun zaad beroven. Logisch natuurlijk, het is de hele reden van hun bestaan, het voortbestaan van de soort. Van de week scoorde ik een handjevol kaasjeskruid, ook wel malva geheten, en verspreidde dat door de tuin. Niet dat de plant dat zelf niet zou kunnen, maar het is toch leuk om het idee te hebben dat je de gang van zaken een beetje beïnvloedt. Nu is dus de hoop dat volgend jaar her en der het dankbaar kaasjeskruid staat te bloeien.
11 oktober 2025
Onverrichter zake
Tja. De zwartgerande tuinslak. Daar zit ie dan. Wat bezielt zo'n beest, vraag je je af. Met welk idee begint hij aan zo'n reis? Het kan niet comfortabel zijn, met je zachte, slijmerige buik over die scherpe doornen van de kaardebol naar boven. Waarom besluit hij toch door te zetten? Dwars door de paincave. Waarom klimt hij door tot meer dan een meter hoogte? Ondanks de pijn. Waarom keert hij niet om, na de eerste drie doornen? Wat ik zou doen. Waarom denkt hij niet: bekijk het maar, ik zoek wel een andere stengel. Wat ik zou doen. Verwacht hij één of andere beloning, als hij eenmaal boven is? Een beloning voor het afzien. Voor zijn zelfkastijding. Is hij dan trots? Dat hij het toch maar geflikt heeft. Of is hij teleurgesteld dat hij boven niets anders aantreft dan dorre bladeren en dode bloemen? Waar trouwens ook weer stekels aanzitten. Is hij dan verongelijkt? Of boos? Heeft ie dan de pest in dat hij dat hele eind weer terug naar beneden moet, langs dezelfde doornen? Onverrichter zake. Dat niemand hem dat even gezegd heeft, van tevoren.
10 oktober 2025
Het wrede lot
Ja kijk, ik probeer er dan een insectenvriendelijke tuin op na te houden, voor wat het waard is, dus alles wat rondvliegt en zoemt, kruipt en fladdert is van harte welkom om te gaan en te staan waar het wil. Ik ben niet te beroerd om onder een spinneweb door te kruipen, een hommel uit het water te redden, even te wachten tot een bij is uitgegeten, rupsen vrij baan te geven of een vlieg uit een web te bevrijden. Hoewel dat laatste alweer een dilemma kan zijn omdat je de spin dan van het zelf bij elkaar gescharrelde maaltje berooft. Maar goed. Vandaag stond ik dan toch met de handen in het haar te schuilen voor de regen, in mijn orangerie van scharrelhout. Een flinke wesp, die blijkbaar ook onderdak had gezocht, had zich tussen de golfplaten van het dak weten te wurmen. Daar zat hij, droog maar benauwd. Bekneld. Het was duidelijk dat hij zijn kont niet meer kon keren. Dat hij hier niet meer uit ging komen. En ik zag geen mogelijkheid hem te helpen, zonder mijn dak kapot te maken. Dat ging mij te ver. En ik weet wel dat alle wespen voorbestemd zijn deze dagen te sterven, deze ook, toch zat het me eenmaal weer thuis nog steeds niet lekker dat ik hem aan zijn wrede lot had overgelaten.
08 oktober 2025
Toetje
Mijn eigen appeltjes en peertjes heb ik al een tijdje van de bomen, die zijn al lang en breed geschild en gegeten, wat er nu nog hangt zijn sierappeltjes. Die zijn voor de vogels. Al blijken die er geen haast mee te maken. Kennelijk zijn er nog te veel andere en lekkerder zaken te eten. Of ze bewaren het lekkerste voor het laatst. Dat kan ook nog.
06 oktober 2025
Liedje in het hoofd
Er is dat bekende liedje over de fuch fuch fuchsia, die daarin, met dus die ondeugende knipoog, bezongen wordt als een makkelijke, als het ware uit de hand etende plant. Iedereen kent het en wie dit leest heeft het waarschijnlijk de rest van de dag in het hoofd. Geeft niks, er zijn veel ergere liedjes om in het hoofd te hebben, die ik hier dan ook om mensvriendelijke redenen niet bij naam zal noemen. Maar goed. In mijn tuin geen fuchsia want die is in mijn hoofd onlosmakelijk vergroeid geraakt met het truttendom en de oudHollandsche goedburgerlijkheid. Iedereen het zijne, daar niet van en houd me ten goede, maar ik het mijne. Niettemin heb ik het genoemde liedje vaak in mijn hoofd wanneer ik de sedum zie staan. Het zingt niet zo lekker stout weg natuurlijk, maar een makkelijke plant is het zeker. Tevreden met niks en eigenlijk drie seizoenen in bloei. In de zomer verschijnen de bloemen in een groene uitvoering, dan kleuren ze langzaam naar roze om in de herfst op zijn felst in die kleur te staan, waarna ze gaandeweg steeds donkerder bruin worden, tot bijna zwart aan toe, om zo de winter door te komen. In het voorjaar, wanneer het nieuwe blad uit de grond tevoorschijn kruipt, knip ik ze af en laat ze bij elkaar gebonden nog een tijdje in een pot of vaas staan omdat ik ze dan nog steeds mooi vind.
04 oktober 2025
Seizoen
Terwijl de storm door de bomen raast, de slagregens en zelfs de eerste hagelbuien tegen de ruiten hameren doet deze Amerikaanse eik, zo klein als ie is, zijn best me in zijn mooiste kleurenpracht te overtuigen van de charmes van het seizoen. Ik kan niet zeggen dat het me al over de streep heeft getrokken, maar ik waardeer de poging.
29 september 2025
Weemoed
Ook omdat het weer er de afgelopen weken niet altijd even zeer toe uitnodigde, en omdat het 's avonds na het eten en de afwas eigenlijk al meteen weer bijna donker is, was ik niet zo vaak op de tuin als ik me nog zo had voorgenomen me niets van de ingevallen herfst aan te trekken. Ach ja, de herfst. Heeft ongetwijfeld haar eigen charmes. En ik wil daar zeker niet blind voor zijn, maar als de zon dan weer een weekendje zo lekker schijnt, en er toch ook nog vlinders rond blijken te fladderen, in mijn langzaam verdorrend paradijs, zoals dit bont zandoogje, dan kan ik het niet helpen en verlang ik weemoedig terug naar de zomer.
24 september 2025
Verwarring
Ceci n'est pas une araignée. Mensen die er meer verstand van hebben zien dat natuurlijk meteen, maar ik zou gezworen hebben dat het een spin was. Dat is het dus niet, ondanks de acht lange slanke poten. Het is een hooiwagen. Een rode hooiwagen, om precies te zijn, al vind ik hem persoonlijk eerder aan de bruine kant. Dat hij acht poten heeft betekent dat hij nog niet veel heeft meegemaakt lees ik, omdat hooiwagens bij het minste geringste gevaar een poot afstoten, die dan ook nog, om de aanvaller in verwarring te brengen, een aardig tijdje blijft bewegen, terwijl de hooiwagen zich uit de overgebleven voeten maakt. Een gevalletje zoals de waard is want zelf is de hooiwagen ook niet vies van een levende prooi, waarbij soortgenoten niet vanzelfsprekend gespaard worden. Wat ik mij daarbij dan weer afvraag is of de ene hooiwagen in verwarring zal raken van de bewegende losse poot van de andere hooiwagen, of dat hij dat al had ingecalculeerd.
22 september 2025
Rood
16 september 2025
De geest
Dat het inmiddels herfst is, daarover hoeft geen twijfel meer te bestaan. Buiten huilt de wind om het huis. De bomen staan krom van ellende, zwiepen met wild geraas heen en weer in de zuidwester stormen en iedere tien minuten striemt de volgende regenbui alweer de ruiten. Niettemin sta ik hoog op de gehuurde steiger de buitenboel te schuren en te plamuren, tussen de buien door, in de hoop het nog deze week geschilderd te krijgen. Ik weet het. Ik voel me net deze groot koeienoog, die ik dit weekend op de tuin nog vers uit de knop in bloei zag staan. In regen en wind. Net te laat de geest gekregen.
14 september 2025
Kleine boompjes worden groot
Ik heb meerdere zwarte elzen in de tuin staan. Het zijn leuke bomen, vind ik, met die feestelijke zwarte elzenproppen die de boel een beetje opvrolijken als verder alles kaal en grijs is. Bovendien zijn ze goed voor de biodiversiteit, las ik, omdat ze veel insecten en vogels aantrekken. Verder zijn het bodemverbeteraars doordat ze stikstofbindende wortelknobbels hebben. Ook dit is kennis van internet.
Een aantal van mijn elzen heb ik anderhalf jaar geleden aangeplant in het kader van het meer-bomen-nu initiatief, de rest is uit zichzelf aan komen waaien. Het zijn kennelijk makkelijke bomen, zoals ook blijkt uit het feit dat ze het eigenlijk allemaal prima doen, ondanks dat ze in de loop van het jaar bezocht zijn door meerdere plagen.
In één van die dus nog jonge elzen trof ik van de week de eerste katjes. Noem mij een romantische dwaas, maar het ontroerde me. Kleine boompjes worden groot. Het zijn de mannelijke katjes, die aan het eind van de winter, lees ik, tot bloei zullen komen. De vrouwelijke elzenproppen heb ik nog niet kunnen vinden, maar die zullen dan binnenkort toch ook verschijnen, neem ik aan. De zwarte els, hoewel getooid met een meisjesnaam, draagt zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen. Eenhuizig heet dat, heb ik net geleerd. De rest van mijn elzen, blijkt uit nader onderzoek, blijft nog even klein.
11 september 2025
Boerenwormboom
Vorig jaar ergens, wandelde ik met mijn oude schoonvader langs 's heeren wegen, zoals ik dat elke dinsdagmiddag doe, wanneer het weer en zijn humeur dat toelaten, en vanuit zijn rolstoel wees hij op het Boerenwormkruid in de berm. Dat vond hij mooie bloemen. Daar wilde hij wel een bosje van op tafel hebben staan. Gehoorzaam zette ik zijn rolstoel op de rem en begon een boeketje te plukken, toegeeflijk gadegeslagen door passerende elektrische fietsers. Ik had geen mesje bij me dus ik moest het op handkracht doen. Nu heeft Boerenwormkruid nogal een stevige stengel, die je niet zomaar afbreekt, dus ik eindigde al gauw met een boeket met wortel en al. Boerenwormkluit, zogezegd. Eigenlijk kwam me dat niet eens zo slecht uit, want ik ben dol op Boerenwormkruid, dus met mijn schoonvader in zijn rolstoel als verzachtende omstandigheid stond ik hier toch maar mooi nieuwe aanplant voor de volkstuin te strooiselroven. De zweefvliegen en de bijen zouden me dankbaar zijn. Aan het schoonouderlijk aanrecht sneed ik de bloemen tot een gezellig vaasje vol, de wortelstokken nam ik in een plastic zakje mee naar huis, naar de volkstuin, en zette ze daar vol verwachting in de grond. Nou zet ik wel vaker iets vol verwachting in de grond, en word ik in veel van die gevallen teleurgesteld, het Boerenwormkruid overtrof dit jaar alle verwachtingen. Ik overdrijf niet als ik zeg dat het een boom is geworden. Een Boerenwormboom, zogezegd. Stengels van zeker drie meter hoog die alle kant op explodeerden en die, nadat ik ze bijeen had gebonden, topzwaar naar één kant overhelden tot een gele waterval van bloemen. Hij hangt eigenlijk een beetje in de weg, als ik heel eerlijk ben, want telkens als ik erlangs moet is het net of ik een zware deur opzij moet houden, maar dat deert me niet. De zweefvliegen en de bijen zijn me dankbaar.
10 september 2025
Heterdaad
Dat ik er een insectenvriendelijke tuin op na probeer te houden betekent nog niet dat de insecten daar zelf ook aan meedoen. Insecten kunnen er soms bepaald insectenonvriendelijk gedrag op na houden. Neem nou deze Dolichomitus-complex. Een Nederlandse naam ontbreekt, maar het is een sluipwesp en dat doet al iets stiekemigs vermoeden. Ziet er ook al een beetje onbetrouwbaar en gluiperig uit, met dat lange glimmende achterlijf dat zich in allerlei kruiperige bochten wringt, met die bloedrode poten en dat vervaarlijke zwaard. En inderdaad, die heeft het behoorlijk achter de ellebogen.
Ik betrapte haar op heterdaad op mijn insectenhotel, waarvan de meeste kamers inmiddels bezet zijn door metselbijtjes, die daar hun eitjes in hebben gelegd, met een zorgzaam voedselvoorraadje erbij voor de larf die daar na verloop van tijd uitkomt om weer een nieuw metselbijtje te worden. Ieder eitje een eigen kamertje dat op kunstige wijze met zandkorrels wordt afgesloten. Dichtgemetseld.
Maar dan komt de Dolichomitus-complex. Die heeft op een afstandje geniepig toe zitten kijken en af zitten wachten tot de kust veilig was.
Ik zag het onder mijn neus gebeuren, volkomen schaamteloos. Met haar voorpoten maakte ze een kleine opening in de deur van zandkorrels, draaide zich om, krulde het lenig achterlijf, uit de zwaardschede kwam een lange, ragdunne legboor tevoorschijn die behendig naar binnen werd geschoven. Steeds iets verder. Met een pulserende beweging werden daarbinnen haar eitjes gelegd. In ieder kamertje één.
Háár larven, lees ik ergens, zullen al even geniepig wachten met uitkomen tot die van de metselbij al een eindje op streek zijn, om die vervolgens langzaam maar zeker op te eten. Levend op te eten ook nog, want er wordt aanvankelijk zorgvuldig om de vitale onderdelen heen gegeten, zodat het slachtoffer zo lang mogelijk vers blijft.
Dus ja, je kunt wel beweren dat de natuur zo mooi is, maar dit lijkt me een uitzondering.
09 september 2025
Vernuft
Het zou mij niet verbazen wanneer de Lathyrus een ver familielid is van de Balsemien. Of anders hebben ze dezelfde cursus gevolgd. In elk geval hebben ze zo ongeveer dezelfde methode om zich uitgebreid naar alle kanten uit te breiden. Met de jongens, toen die nog klein waren, en onlangs nog met de kleinkinderen, was het altijd feest wanneer we een berm vol Balsemienen tegen kwamen, langs ons pad. Wat een wonder dat zo'n peultje wanneer je hem maar even aanraakt openspringt, met een knappend geluidje, en zijn zaad alle kanten op in het rond schiet. Afvuurt. Je kreeg ze niet meer mee voor ze ze allemaal gehad hadden. De Lathyrus doet net zoiets. Als de peulen nog groen zijn, en een beetje op sperziebonen lijken, is er nog niks aan de hand. Maar zijn ze bruin en dor en hard geworden, dan knallen ze met een laatste krachtsinspanning open en slingeren hun zaden zo ver als ze kunnen. De natuur zit vol vernuft. Ik knip de bruine peulen af en verzamel ze in een zinken emmertje, waarin je de zaden soms tegen de wanden hoort tikken. Zo kan ik ook zelf bepalen waar ik volgend jaar de Lathyrus heb staan.
03 september 2025
Deo volente
Aan allerlei dingen valt te merken dat de zomer op haar einde loopt. Het herfstachtige weer van de afgelopen dagen, om maar eens iets te noemen. Wind en regen, grijzigheid. De al korter wordende avonden, de dalende temperatuur. Allerlei uitgebloeids op de tuin, de algehele teruggang die is ingezet. Maar ook kilo's bramen, een zak peren en een handvol appels. Daar komt dit jaar bij dat de tjiftjaf is vertrokken. Mijn tjiftjaf. De tjiftjaf die mij leerde de tjiftjaf te herkennen. Die mij een groot deel van voorjaar en zomer begroette wanneer ik mij meldde op de tuin. Mij dan de rest van de tijd gezelschap hield, hoog in de perenboom of de wilg gezeten, met zijn eenvoudig maar onophoudelijk lied, van tjiftjaf tjiftjaf tjiftjaf. Eén keer zag ik hem kwaad en onbevreesd uitvallen naar een kat die door de tuin sloop. De kat was er niet van onder de indruk. Ik des te meer. Wat een dapper klein vogeltje. Nu is hij onderweg naar Noord Afrika. Want, ik wist het niet en het verbaasde me eerlijk gezegd, de tjiftjaf is een trekvogel. Halverwege april, deo volente, meldt hij zich weer terug. Ik zal hem missen. Gelukkig zag en hoorde ik van de week al een paar keer een wolk puttertjes, die op de zaden van distel en kaardebol afkomen.
02 september 2025
Eindelijk & eigenlijk
Als rechtgeaard volkstuinier zou je natuurlijk blij moeten zijn met een paar flinke plensbuien op een dinsdagochtend. Met wat natte vooruitzichten voor de rest van de week. Na zo'n lange, warme en droge periode. Op die harde, uitgedroogde, gebakken grond van klei. Zou je eigenlijk moeten denken en zeggen: dat is goed voor de tuin. Dat zou eigenlijk moeten. Maar ik heb gisteravond net een steiger tegen het huis laten zetten, met het dappere voornemen deze week nou eindelijk de buitenboel te schilderen, van het puntje van het dak tot de dorpel van de voordeur. Dus ik krijg het niet over mijn lippen. Ik krijg het zelfs niet voor elkaar om het te denken.
28 augustus 2025
Onvermijdelijk
Of we het leuk vinden of niet, hij komt er weer aan, de herfst. Hij laat het al een beetje doorschemeren. Het ruikt er af en toe al een beetje naar. Het is steeds vroeger donker op de tuin. En 's avonds best al een beetje fris. Is dat erg? Nee natuurlijk, het hoort erbij, en de herfst heeft zijn eigen charmes. Dat de zomer daarmee op haar einde loopt, dat is dan wel weer een beetje jammer.
26 augustus 2025
Designspin
Voor waarschijnlijk toch wel de laatste keer dit jaar, dit tuinseizoen, besloot ik van de week mijn tuin te besproeien. En, bij afwezigheid van regen, de regentonnen te vullen, zodat ik weer even vooruit kan met het water. Ik heb daarvoor een pompje om water uit de sloot omhoog te pompen, en vele meters zware, gele slang om de afstand tussen tuin en sloot te overbruggen. Die slangen hangen opgerold aan het hek en vormen een biotoop op zich. Zo meldde zich bij het afrollen deze kruisspin, nogal onverwacht. Zelf schrok ie er ook van misschien. Mijn zoon, die me altijd helpt met sproeien, moet er niks van hebben, het was ook geen klein spinnetje, dat geef ik toe, maar jongens, wat een schitterende tekening! In prachtige aardkleuren. Het doet denken aan een Aboriginal schildering. Een tattoo-artist zou er ook wel raad mee weten. En in de heavymetalhoek kan het zo op een t-shirt, of een albumhoes. Misschien wel in andere kleuren.
25 augustus 2025
De lieve vrede
Als je het zo heen en weer ziet dwarrelen op de tuin, van de ene bloem naar de andere, is het moeilijk voor te stellen, maar de distelvlinder komt dus ieder jaar uit Noord Afrika hier naar toe vliegen, om zich voort te planten. De sterksten vliegen na gedane zaken, met het nieuwe nageslacht mag je aannemen, dan ook nog weer helemaal terug. Ik lees dat ze 160 km per dag kunnen afleggen, met snelheden tot 48 km per uur. Ik vind het nogal wat, voor zo'n frêle beestje.
Zoals de naam al doet vermoeden is de distel een favoriete waardplant. Al lees ik verder dat de distelvlinder daar nou ook weer niet zo moeilijk over doet en zich net zo lief met kaasjeskruid, lupine, koninginnekruid of brandnetel behelpt.
En dat is maar goed ook want de distel is geen graag geziene gast op het complex, hoewel hij dus prachtige dieren aantrekt als de distelvlinder en de distelvink, beter bekend als het puttertje. Van de week werd mij nog uitgelegd dat de distel zelfs streng verboden is, volgens gemeentelijke verordening en al, omdat hij zichzelf nogal verspreidt, wat dan niet zo leuk zou zijn voor de boeren.
Nou ben ik recalcitrant genoeg om dan te denken dat boeren ook wel eens iets verspreiden wat niet zo leuk is, om het eufemistisch uit te drukken, om van sommige van mijn medetuinders maar niet te spreken, dus ben ik niet onmiddellijk geneigd die paar distels die op mijn tuin staan uit de grond te trekken. Al ben ik dan wel weer inschikkelijk genoeg om na de bloei in elk geval de pluizen weg te halen. Wat jammer is voor de puttertjes, maar de kaardebollen staan er dan nog wel, en de lieve vrede is ook wat waard.
21 augustus 2025
Pracht en praal
Misschien is ie verdwaald, want hij zit hier op het welig tierend boerenwormkruid, maar we hebben dus de aardappelprachtwants op visite. Heeft feitelijk niet echt iets te zoeken op mijn tuin want aardappels, daar doe ik niet aan, maar is evengoed van harte welkom. Waarom niet.
Het lijkt net of ie ons vragend aankijkt - waar vind ik de aardappels, allicht - maar dat is onze eigen invulling; het is een blindwants, lees ik, en die heet zo omdat, in tegenstelling tot de meeste andere wantsen, de ogen ontbreken. Wat die twee toch duidelijk oog-achtige bollen links en rechts van z'n kop dan wel zijn, kom ik zo één twee drie niet te weten, maar ze zullen er wel niet voor niks zitten.
Nou is aardappelprachtwants al een schitterende naam natuurlijk, maar het valt op dat wantsen over het algemeen nogal overtuigd zijn van eigen schoonheid. De aardappelprachtwants, lees ik namelijk, kan soms lijken op de luzernesierblindwants, de vierpuntsierblindwants en de roodgetekende prachtblindwants. Met zulke superlatieve namen moet het wel jammer zijn geen ogen te hebben.
19 augustus 2025
Een lust voor het oog
Het roze, bergachtig landschap waar dit vliegje doorheen wandelt, is mijn vinger. Dat rimpelige stukje in het midden, bedoel ik. Het vliegje is dan ook niet veel groter dan twee, hooguit tweeëneenhalve millimeter. Nauwelijks waarneembaar. Toch heeft het de moeite genomen een mooi en feestelijk pak aan te trekken. Moet je kijken zeg. Dat geel. Die fraaie zwarte ornamenten op de rug. Dat zacht afgerond driehoekig afwerkkapje. Dat vrolijke rijtje stipjes midden over z'n hoofd, die melancholieke Panda-ogen, die lieve klungelige bungeltjes aan de voorkant. Die iriserende minivleugeltjes, waarmee dus nog gevlogen kan worden ook. Een lust voor het oog. Kon je het maar zien, zou je zeggen.
Het is een halmvlieg, weet de app. Ook wel grasvlieg genoemd, lees ik elders op het web. Waarschijnlijk omdat de larven vooral in grassen leven. Wereldwijd komen er zo'n tweeduizend soorten van voor, waar verder niet al teveel over bekend is, laat staan van dit specifieke exemplaar. Wel lees ik dat ze geneigd zijn in grote zwermen te vliegen. En huizen binnen te dringen. Om voor overlast te zorgen. En opeens zie ik de fruitvliegjes voor me, die thuis boven de fruitschaal rondhangen, met z'n miljoenen, wat je er ook aan probeert te doen. En weet ik niet meer of ik het nog wel zo'n leuk en mooi en schattig vliegje vind. Met dat overdreven, hysterische pak.
18 augustus 2025
Meer dan zat
De kleinkinderen kwamen een paar dagen logeren, bij opa en oma. Dus opa had zo bedacht dat hij ze wel mee kon nemen naar de tuin, om bramen te plukken. Als één van vele activiteiten. Dan konden ze er daarna met oma meteen jam van maken. Bramen genoeg. Opa had er van de week bij het plukken zelfs expres flink wat voor ze laten hangen.
Drie regels, instrueerde opa zijn gevolg: Alleen de zwarte bramen, maar dat wisten ze al; Pas op voor de prikkels, idem dito; Af en toe eentje proeven, maar ook dat was bekend. Dan alledrie een kwarkbakje en aan het werk. De kinderen tot waar ze erbij konden, opa daarboven.
Dat ging zo een genoeglijk stief kwartiertje door. Af en toe viel er één op de grond, maar dat was niet erg, er waren er genoeg. Nu en dan werd er een extra grote omhoog gestoken, en dat was mooi. En regelmatig klonk een tevreden mmmm, hééérlijk vanachter de struik, en dat was leuk. Toen waren de bakjes vol en vonden ze het wel weer mooi geweest.
Dat had opa wel zo'n beetje ingecalculeerd, al zag hij ook dat de struik nog boordevol zat en vond hij het jammer dat het dan evengoed alweer voorbij was.
Twee dagen later, de kinderen met hun eigen potjes jam weer naar hun eigen ouders, stond opa zelf zijn bramen weer te plukken en begreep hij het beter. Hij had nu zes van die bakjes volgeplukt, de struik was nog altijd niet leeg, maar hij was het nu toch echt even zat.
Morgen was er weer een dag.
14 augustus 2025
Voor de vriendschap
Pas in tweede instantie zag ik een pootje. Ik stond de composthoop te keren en door schade en schande wijs geworden deed ik dat met de hand, in plaats van met een riek of een schop, want voor je het weet hak je het een of ander diertje dat zich in jouw composthoop heeft verstopt in tweeën. Zelfs bij een worm vind ik dat al naar, word ik al overmand door schuldgevoel, laat staan bij een pad, of een muis, of een jong ratje of weet ik veel wat er nog meer in huist. Een slangetje, dacht ik nu dus bijvoorbeeld. Geen idee of die zich hier ophouden, op het complex, maar mocht het zo zijn, dan hoop ik toch in mijn composthoop. Ik dacht het maar heel even, in eerste instantie dus, want toen zag ik dat pootje. En een slang heeft geen pootjes. Een kleine watersalamander, aldus de bekende app. Ook hartstikke leuk. De algemeenste watersalamander van Nederland. Nog steeds hartstikke leuk. Heeft een voorkeur voor kalkrijk, voedselrijk zoet water, omgeven door terrein met dichte begroeiing en andere dekking waarin de landfase kan worden doorgebracht. Aldus nog steeds de app. Nou, de landfase komt hij wel door, in mijn ongeschoffelde wildernis, maar als ik hem langer te vriend wil houden kan ik mijn minivijver misschien maar beter wat uitbreiden.
12 augustus 2025
Fris zuur
Het komt vrij regelmatig voor dat mij over het hekje van de tuin van alles wordt aangeboden. Door de buren links en rechts en voor en achter. De buren rondom kortom. De buren die het beter voor elkaar hebben dan ik, moestuintechnisch gezien. In het voorjaar zijn dat vaak plantjes, iets te ruimhartig opgekweekt in de kas, overgeschoten uitjes, bolletjes of knolletjes, zaden, stekkies van het één of ander. Verderop in het jaar worden dat langzaamaan de eerste aardbeitjes, tomaatjes, komkommertjes, pepertjes, appels, boontjes, peren en pruimen. En courgettes. Veel courgettes. Hoe de mensen het voor elkaar krijgen is mij een raadsel want ieder liefdevol voorgetrokken plantje dat ik in de grond zet wordt genadeloos dezelfde nacht nog tot op de bodem opgevreten. Maar goed. Als ik 's middags of 's avonds weer eens thuis kom met een goedgevulde tas, weet ik al dat mijn vrouw me spottend zal vragen of de buren weer een goede oogst hadden. Het is niet anders. Maar deze appel, deze puntgave, fraai gekleurde appel van precies de juiste grootte, deze appel komt van mijn eigen boompje. Ik kreeg het van vrienden, twee of drie jaar geleden alweer, ter gelegenheid van een geslaagde voorstelling, en nu hangen er dus een paar serieuze appels aan. Waaronder deze. Die ik dus jammer genoeg, uit angst om te laat te zijn, toch net iets te vroeg had geplukt. Fris zuur. Maar nog een beetje hard.
10 augustus 2025
16 dm²
Het is natuurlijk altijd leuk wanneer de ene belangstelling in de andere overloopt. Twee vliegen in één klap, zou je daarover kunnen zeggen. Zo bezochten wij vandaag het Rijksmuseum Twente, in Enschede, waar een tentoonstelling is te zien met het werk van herman de vries. Die al een lange kunstenaarscarrière lang bezig is te laten zien hoe mooi de natuur van zichzelf eigenlijk al is. Dat je daar dus helemaal niets meer aan hoeft te doen, niets anders mee hoeft dan het te laten zien. Kijk, hoe móói dit is. Ik schreef er al eens eerder over, jaren geleden, naar aanleiding van een eerdere tentoonstelling. Voor het zaalvullende werk op de foto ontleedde hij bijvoorbeeld een willekeurig en onaanzienlijk stukje weiland ter grootte van een flinke stoeptegel, 40 bij 40 centimeter. Elk afzonderlijk plantje dat hij daarin aantrof wordt hier apart, in gedroogde vorm, tentoongesteld. 473 vrij alledaagse plantjes, waar je normaalgesproken achteloos je wandelschoen op zet, vullen nu drie museumwanden, en dat blijkt een fascinerende aanblik op te leveren. Wat een verscheidenheid in vormen, formaten en verschijningsvormen. Wonderschoon. Het is dat het geduld mij hoogstwaarschijnlijk ontbreekt, en dat het een soort plagiaat zou zijn, maar ik ben wel benieuwd naar wat een dergelijk onderzoek op mijn eigen wilde volkstuin zou opleveren.
09 augustus 2025
Courgine, of aubergette
Wij wandelden op Texel, mijn schoonzus en ik. Al bijna twintig jaar doen we dat, samen wandelen, en nu dus op Texel. Het was een mooie dag, een mooie wandeling. Van Den Burg naar Oudeschild ging het, om en over de Hoge Berg, langs tuunwallen en schapenweiden weer terug naar Den Burg. Maar goed. Op de terugweg passeerden wij, even buiten Den Burg, een volkstuincomplex. En omdat mijn schoonzus een moestuin heeft, en ik een volkstuin, draalden wij even aan het hek, om een kijkje te nemen. Verboden toegang, meldde het hek, dus echt naar binnen gaan durfden we niet, er waren een aantal tuinders aan het werk en je weet maar nooit tenslotte, het blijft een eiland, maar een beetje over het hek leunen, dat moest wel kunnen, dachten wij. Dat bleef niet onopgemerkt en één van de aanwezige tuinders, een beginnende veertiger met wat langer haar en een beginnend buikje onder zijn zwarte t-shirt, riep ons toe of wij een komkommer wilden. Of hij er wel één kwijt wilde, was daarop mijn standaard antwoord, zoals ik dat op de volkstuin gebruik. Daar worden mij ook regelmatig plantjes en stekkies en boontjes en tomaten en wat al niet aangeboden. De volkstuinier heeft een groot hart. En meestal ook een grote oogst. Dat hij er nog veertig had, stelde de man ons gerust en overhandigde ons twee uit de kluiten gewassen, stekelige komkommers. Oerkomkommers, volgens hem. Biologisch dynamisch bovendien, verzekerde hij ons. En of we ook een aubergine wilden. Zonder het antwoord af te wachten sneed hij een gele courgette van zijn steel. Wij durfden daar verder niks van te zeggen. Het kwam uit een goed hart tenslotte.
06 augustus 2025
Bij terugkomst
Het is natuurlijk leuk om op vakantie te zijn, om op vakantie te zijn geweest, het heeft alleen één nadeel, en dat is dat de tuin daar niet in meegaat. De tuin neemt geen vakantie. Althans, geen zomervakantie. Wat dat betreft lopen de belangen een beetje uiteen. Mijn zonen, die de watergevende kant van de zaak zo lang hadden waargenomen, hadden mij al gewaarschuwd: je tuin is nu wel erg wild geworden. En inderdaad. Bij een eerste inspectie zakte de moed mij bijna in de schoenen. Terwijl ik er toch bepaald geen aangeharkte, rechtgetrokken en zwartgewiede tuin op na pleeg te houden. Het is mij niet snel wild genoeg. Maar nu dus wel. Tjongejonge, wat een bende. Waar te beginnen? Besluiteloos loop ik mijn rondje. En stuit op een tweede nadeel. Doordat je op vakantie bent, en de tuin maar doorgaat, mis je ook van alles. Zoals deze zonnebloem, die voor vertrek nog op het punt van uitkomen stond, en bij terugkomst alweer zo goed als uitgebloeid blijkt.
02 augustus 2025
Geen doetje
Waar je ook geen omkijken naar hebt is de Verbena. Ook wel IJzerhard genoemd. Waarom dat is, is mij niet helemaal duidelijk, of het moest juist dat zijn, dat je er geen omkijken naar hebt. Het is geen doetje, hoeft niet gepamperd te worden met speciale mest, extra zorg of handwarm water uit gouden gietertjes. Breidt zich gul en uit eigen beweging uit en maakt zelf wel uit waar ie dan opkomt. En zou je al eens een stengel afknippen - per ongeluk want waarom zou je het expres doen - dan knip je die weer in zoveel stukjes als er uit geknipt kunnen worden, steekt ze in de grond, of een potje water, en het moet raar lopen wanneer dat dan geen nieuwe plantjes worden. Een aanrader kortom voor de niet zo handige tuinier die ik ben, de pleziertuinier. Bovendien, vlinders, zoals deze Atalanta, en alle andere insecten zijn er werkelijk dol op. In de winter, waar we nu nog niet aan willen denken natuurlijk, zijn de uitgebloeide stengels trouwens ook nog eens een buitengewoon decoratieve aanwezigheid. Hoe meer hoe beter, zeg ik daarom. En dat gaat dus praktisch vanzelf.
31 juli 2025
Geen vlieg kwaad
Ja, een vlieg, zul je zeggen. Gadver, misschien nog erachteraan. Want vliegen hebben geen aangenaam imago. En inderdaad hebben ze onsmakelijke manieren en eetgewoontes die ik hier maar even niet nader omschrijf. Kunnen ze bijzonder irritant om je hoofd heen blijven zoemen, overal op komen zitten, laten ze zich daarbij maar nauwelijks wegjagen en als je ze dood probeert te slaan, zijn ze je meestal te snel af. Allemaal waar. En okay, ik geef het toe, ik sla er ook wel eens eentje dood. Maar nooit op de tuin, die is insectenvriendelijk tenslotte. En de vlieg in kwestie moet het dan ook wel heel bont maken. In principe ben ik van het soort hij doet geen vlieg kwaad. Probeer ik te zijn in elk geval. Dit is trouwens een dambordvlieg. En als je je even over je eventuele en misschien terechte afschuw heen zet, is het toch ook gewoon een prachtig dier.
30 juli 2025
Als een kenner
Oefening baart kunst, luidt het gezegde. Als je maar vaak genoeg steeds dezelfde vlinders door de app haalt, ga je uiteindelijk een keer onthouden wie wie is. Zoals dit bont zandoogje. Bij mijn wandelingen op het vakantieadres kom ik ze ook zeer regelmatig tegen. Vliegen ze soms een eindje met me op. Bont zandoogje, mompel ik dan voor me uit , als een kenner.
27 juli 2025
De hiërarchie der groenten
Waar een weblog al niet goed voor kan zijn. Een week of drie geleden schreef ik dat ik pluis had verzameld van een mij onbekende bloem in de openbare berm van het tuincomplex. Niemand scheen zich erom te bekommeren en ik voorzag dat al dat kostbare pluis met de wind zou verdwijnen naar plekken waar men het niet zou weten te waarderen. Vandaar dat ik mij toen ontfermde over een bescheiden hoeveelheid, om er al doende achter te komen wat het zou worden. Of het wat zou worden.
Een buurvrouw op het complex leest mijn blog blijkbaar, wat sowieso al leuk is natuurlijk, om te merken, en die wist te vertellen dat het wel eens om de Paarse Morgenster zou kunnen gaan. Ik neem dat dan onmiddellijk voor de waarheid aan. Het wordt ook wel Haverwortel genoemd, wist ze ook nog. En dat je de penwortels na het eerste jaar kunt eten als schorseneren. Dat je ze dan wel eerst moet schoonmaken als schorseneren, onder water.
Elders lees ik dat deze haverwortel, net als de schorseneer, bijnamen draagt als keukenmeidenverdriet (vanwege het bewerkelijke schoonmaken en de vieze handen die je daarvan krijgt) en armeluisasperges. Dat het in de zestiende eeuw een populaire groente was maar daarna werd verdrongen door de schorseneer. Wat mij dan op de gedachte brengt dat wanneer de schorseneer dan de armeluisasperge is, de morgenster wel de armeluisschorseneer moet zijn. De armeluisarmeluisasperge.
25 juli 2025
De oplossing
Gisteren bezochten wij vanaf ons vakantieadres het Museum Insel Hombroich in Neuss, nabij Düsseldorf, in Duitsland dus. Een uitstapje dat ik iedereen van harte zou aanbevelen, maar daar gaat het hier niet over. Het museum bestaat uit een aantal paviljoens die verspreid liggen over en deel uitmaken van een uitgestrekt landgoed vol reusachtige oude bomen, afgeladen fruitbomen, ondoordringbaar struikgewas, waterpartijen, een rivier en een theetuin. Bij onze genoeglijke rondwandeling door dit paradijselijk oord troffen wij, naast het geëxposeerde uiteraard, allerlei insecten en vogels op ons pad, waaronder een geduldig poserende ijsvogel. Maar ook daarover gaat het hier niet.
Een ander dier dat wij zagen, we zagen ze aan het eind van de dag zelfs in groepen rondscharrelen over het terras van de theetuin, was de beverrat. Die heeft zijn imago niet mee natuurlijk, vanwege die staart, en dat woordje rat in zijn naam, maar het lijkt eigenlijk meer op een bever dan op een rat. Inclusief de intens oranjerode tanden.
Goed, waarom dit allemaal vermelden op een volkstuinblog, zou je zeggen. Dat komt nu. Wij stonden dat steeds schattiger wordende beestje zo een tijdje te bekijken, hoe het zat te grazen en te knabbelen aan het gras, met die lieve pootjes met ontzagwekkende nagels, en toen zagen we het gebeuren: hij at heermoes. Heermoes! De gehate, onoverwinnelijk veronderstelde oervijand van de volkstuinier. Net onder de slak vanzelfsprekend. Hij had de keuze tussen allerlei soorten sappig gras, maar hij koos de heermoes. En nóg een pluim. En nog een. Met genotvol halfgeloken oogjes liet hij het zich smaken.
Nu overweeg ik dus er een paar te ontvoeren. Al vermoed ik dat ik daar op de volkstuin toch geen vrienden mee zal maken.
22 juli 2025
Op eigen kracht
Schreef ik een paar dagen geleden niet over de Tronkenbij, die ik had aangetroffen op het bloeiend Groot Koeienoog? Dat het helpt, bij de herkenning, wanneer je er wat over leest? Honderd procent garantie krijg je niet, maar dat er toch ook een kans is dat er iets blijft hangen? Nou..
Van de Tronkenbij kon ik mij dus, toen ik dit beestje over mijn Groot Koeienoog zag paraderen, nog goed herinneren dat hij zo'n mooi tonvormig gestreept achterlijfje had, plus een voorkeur voor gele bloemen, en dat ze stuifmeel verzamelt op haar buik door met haar achterlijf op de bloem te kloppen. Dat kon dus niet missen dacht ik, alles klopte, dit was een Tronkenbij die stuifmeel bij elkaar liep te trommelen. Ik was buitengewoon ingenomen met mijn geheel op eigen kracht en vernuft uitgevoerde determinatie. Ter controle, of beter gezegd ter meerdere eer en glorie van mezelf, legde ik de foto ook voor aan Obsidentify. En die kwam met het twijfelhartige behangersbij onbekend. Maar ja, daar nam ik toen allang geen genoegen meer mee.
19 juli 2025
Schoonheid
Ik mag wel eens mopperen over die lastige insecten, die altijd net wegvliegen als je een foto van ze wilt maken. Dat zo'n foto dan ook meestal gedoemd is te mislukken. Dat je eindigt met iets onscherps, iets bewogens, iets dat lelijk te veel is ingezoomd of iets vaag groens waar net nog een insect zat. En dat terwijl ik nog wel het beste voor heb, met de insecten. Van mij niks te vrezen. Maar kijk, deze Dagpauwoog heeft medelijden en toont geduldig zijn schoonheid. Haar schoonheid. Dat weet ik niet.
18 juli 2025
Vogels overleggen niet
Vogels zijn er blijkbaar niet dol op, schreef ik een tijdje geleden al, dus in tegenstelling tot de aalbessen en de kersen, lieten ze mij de kruisbessen en de zwarte bessen. Maar ach, dat is ook een verdeelsleutel natuurlijk. En ik vind ze wél lekker, al had ik tegen een paar kersen en een handvol aalbessen ook geen bezwaar gehad. Vogels overleggen niet. Niet met mij in elk geval.
Ik maakte een rondje over de tuin, verheugde mij ook alvast op wat appeltjes en peertjes die ik zag hangen en waar ik het beste van blijf hopen, en plukte alle kruis- en zwarte bessen die ik nog niet in het dagelijks voorbijgaan al had gesnoept. Het bleef bij de bescheiden oogst van een derde kwarkbakje, maar ik ben zelf ook heel bescheiden dus dat deerde niet. Thuis maakte mijn vrouw er een potje jam van, niet anders dan door het te koken en weer te laten afkoelen, en zo hadden we de volgende ochtend onze eigen lokale biologische bessenjam zonder toegevoegde suiker bij het ontbijt.
16 juli 2025
Handenvol kleine Kaardebolletjes
Man, wat houd ik van de Kaardebol. In zijn weerbarstige eenvoud en stekelige oerheid heeft ie wel wat weg van de Gunnera, ook al één van mijn favorieten op de tuin. Ik ben dus blij dat ik er nu drie van heb staan, in vol ornaat, en hoop dat daar straks de spreekwoordelijke Puttertjes in groten getale op af komen. Voor het volgend jaar - de Kaardebol is tweejarig (zie mij eens met vaktermen strooien) - had ik tijdens onze vorige zomervakantie een flinke zak vol van die prikkelige zaadbollen meegenomen uit Frankrijk. Barstensvol zaad, bleken die te zitten. Met kwistige hand zaaide ik het voor in leeggegeten kwarkbakjes. Heel even dreigde het niks te gaan worden maar dan opeens leek het of ieder zaadje een plant werd. Liefdevol verspeende ik handenvol kleine Kaardebolletjes. Die allemaal steeds groter werden en uit hun potje groeiden. Eindelijk succes! Kun je teveel Kaardebollen hebben? Nee natuurlijk. Toch heb ik er afgelopen weekend een stuk of wat weggegeven aan vrienden en zonen en dochters her en der. En nog heb ik er over.
15 juli 2025
Beginnerswerk
Zo heel af en toe gebeurt het dat ik een beestje langs zie komen waarvan ik de naam weet, inmiddels. Of denk te weten. Bijna goed heb. Of waarvan ik na het opzoeken denk: oh ja! Veel vaker heb ik geen flauw idee. Wat wel helpt, heb ik gemerkt, is dat het makkelijker te onthouden valt wanneer je er wat informatie over leest. Zoals over deze Tronkenbij, bijvoorbeeld. Dat die stuifmeel verzamelt door met het achterlijf op de bloem te kloppen, en het vervolgens op de buik vervoert, zoals op deze foto ook wel te zien is. En kijk, dat is dan iets waarvan ik denk: dat zou wel eens kunnen blijven hangen. Net als het weetje dat ze voornamelijk stuifmeel van gele bloemen verzamelt. Maar goed, dan lees ik ook meteen weer dat de Tronkenbij sterk gelijkt op de Klokjesbij. Of andersom. Dus het blijft beginnerswerk.
11 juli 2025
Krekels zijn nooit groen
Is het groen, dan is het géén krekel. Van wie ik die vuistregel heb opgestoken weet ik niet meer, en dat is natuurlijk jammer, maar de vuistregel zelf heb ik dan toch in elk geval onthouden. Krekels zijn nooit groen. Alleen Japie Krekel dus, van Pinokkio, maar dat is een jokkebrok zoals we weten. En Walt Disney vond het verder ook wel best blijkbaar, al denkt de halve wereld nu dat als ie iets groens weg ziet springen, het een krekel is. Dit is dus een sprinkhaan. Een 'spitskopje onbekend' volgens Obsidentify. Na enig eigen netonderzoek meen ik te denken dat het een zuidelijk spitskopje is, dat, zoals de naam al aangeeft, vooral in het zuiden voorkomt maar door de klimaatverandering ook naar noordelijkere streken trekt. Zoals mijn volkstuin dus. Waar ie in de ruigte van grassen en andere dichte begroeiing zijn ideale biotoop heeft gevonden. Want uit het feit dat deze hier nog geen vleugels lijkt te hebben maak ik dan ook nog op dat het wel eens een jong exemplaar zou kunnen zijn.
10 juli 2025
Fladderen en hobbelen
Het wemelt van de vlinders op de tuin, op het moment. Overal zie ik ze fladderen, van verbena naar groot koeienoog naar braam en verder. Grote vos, kleine vos, dagpauwoog, zandoogje, koolwitje.. de usual suspects, zeg maar. Een vrolijkmakend gezicht. Ik hobbel er vaak achteraan, telefoon in de aanslag, voor een liefst spectaculaire natuurfoto, maar dat valt dus nog niet mee. En dan niet eens vanwege het feit dat het maar een telefoon is, die ik in de aanslag heb. Het is vooral dat ze je al van verre aan zien komen en maken dat ze weg zijn, fladderend en al. Dus ben ik al blij als ik er zo af en toe eentje überhaupt op de foto krijg, zoals dit groot koolwitje, al is het wat onscherp, en net een beetje lullig aangesneden. Dan maar niet spectaculair, denk ik dan maar.
09 juli 2025
Paars
Telkens wanneer ik op de tuin kom lijkt er weer iets anders in bloei te staan. De moerasandoorn, linksboven, namen we als aandenken mee uit de oever van de Regge, bij een kanotocht, twee jaar geleden. Blijkt geen moeilijke plant te zijn, zullen we maar zeggen. De insecten zijn er dol op. De Dropplant rechtsonder kocht ik zeer deugdzaam bij de Hortus Alkmaar. Een bezoekje waard trouwens.
03 juli 2025
Pluis
Of je het nog strooiselroof moet noemen weet ik niet. Ik vind dan maar van niet. Langs het pad op het complex, in de gemeenschappelijke berm, aan de slootkant, stonden hier en daar wat bossen grote, paarse bloemen. Geen idee wat het was, maar ik vond ze mooi. Na de bloei werden dat vrij grote pluizenbollen, gelijk paardenbloemen, maar dan dus veel groter. Ik liep er een paar keer langs en zag het gebeuren. Niemand ontfermde zich erover. Die zaden zouden zich straks met de wind over het complex verspreiden. Het waren best veel bloemen. Met in iedere pluizenbol best veel zaden. Ik kon de verleiding niet langer weerstaan en besloot mijn bescheiden deel vast mee te nemen.
















































