19 december 2025

Sporen


Ik vind het altijd leuk om sporen van dieren aan te treffen in mijn tuin. Dat geeft me het vrolijk makende, het gelukkig stemmende gevoel dat mijn tuin bewoond wordt. Dat dieren zich verwaardigen mijn tuin uit te kiezen als plek om te zijn. Mijn tuin te vereren met een bezoek. Dat mijn tuin deel uitmaakt van de natuur, hoe bescheiden en ontoereikend dan ook. Ik weet natuurlijk ook wel dat het ze vooral om het vreetwerk te doen is, maar goed, daarin onderscheiden ze zich nou ook weer niet zo heel erg van mensen, zeker niet in deze tijd van het jaar. Dus ik voel me vereerd wanneer ik een drol vind die ik op basis van nader onderzoek aan een egel toeschrijf. Ik vind het leuk om te zien dat mijn bramen geplukt en gegeten worden door vogels. Dat merels een zooitje maken van mijn gekoesterde mosbedjes, op zoek naar de worm. Van de week maakte mijn hart een sprongetje toen ik een gat tegenkwam in de stam van een dood appelboompje, waarvan ik dan dus vermoedde dat dat werd gehakt door de spechten die ik regelmatig zie vliegen. In één van mijn nestkastjes trof ik tot mijn grote vreugde een achtergebleven nestje van een koolmees. Als ik een soort wandelpad door het hoge gras aantref, een soort tunneltje, weet ik: dat is een wissel. Daar loopt een dier over heen en weer te banjeren, van hier naar daar en weer terug. En dat dat dan hoogstwaarschijnlijk wel een rat zal zijn, dat maakt me niet uit. Van een ronde, platgeslagen plek in het gras had ik van de zomer het idee dat dat wel eens de slaapplek van een haas kon zijn. En het sierappelboompje waar ik al eerder over schreef is nu toch ook zo goed als leeggevreten. Overal vind ik de knalrode schilletjes en de gele klokhuisjes die over blijven. En dan vind ik het leuk om te denken dat dat ook het werk is van de kramsvogel die ik gister nog zelfstandig determineerde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten