22 december 2025
Ze houden je in de gaten
Helemaal zeker weet ik het niet, er is geen officiële telling aan voorafgegaan, maar ik vermoed dat de ekster wel eens de meest voorkomende vogel op het complex zou kunnen zijn. Je ziet ze overal, je hoort ze overal en altijd. En wat het mooie is, ze zien jou ook altijd. Ze houden je in de gaten.
Van de week had ik een krentenbol mee naar de tuin, je krijgt wel eens honger, van al dat werken, van al die frisse buitenlucht. De krentenbol lag in een zakje op mijn tafeltje te wachten tot ik er trek in kreeg. Maar dat was dus te laat. Want toen ik bedacht dat ik wel een krentenbolletje zou lusten, lag het zakje al op de grond, de krentenbol er half uit getrokken en behoorlijk aangevreten, achter mijn rug. Een eindje verderop zat een ekster zeer nadrukkelijk net te doen alsof ie van niks wist. Zijn naam was haas. Maar ondertussen wel met een leep half oog op mij, en m'n krentenbol, die ik beteuterd had opgeraapt maar die ik nu natuurlijk niet meer op ging eten, je weet maar niet, met de rondwarende vogelgriep. De minister zegt er is geen gevaar voor de volksgezondheid, dus dan is het oppassen geblazen, wat mij betreft, zeker met deze minister.
Ik stak de krentenbol, of wat er van over was, op een hoge stok en ging op enige afstand staan afwachten hoe de zaak zich zou ontwikkelen. Dat de zaak zich zou ontwikkelen was wel zeker, eksters zijn slimme en brutale vogels, schreef ik al eerder.
De ekster zat op zijn post en nam de situatie in ogenschouw. De krentenbol op de stok, de man in een leren jas, en even geen andere eksters in de buurt. Geen kapers op de kust. Dit was zíjn krentenbol. Hij berekende zijn kansen. Hij hipte eens wat naar voren. De man bleef staan. Hij vloog eens een stukje dichterbij. De man deed niks. Fladderend van de ene tak naar het andere boompje kwam hij omzichtig en aftastend steeds wat meer in de buurt van de krentenbol. De halve krentenbol. De leren man bewoog niet.
Dan een razendsnelle uitval. In de vlucht zette hij zijn snavel in de krentenbol, scheurde er een stuk af, streek op veilige afstand neer en vrat het op. En weer terug, voor een tweede portie, met iets minder omwegen nu, maar nog altijd gehaast in de vlucht.
Van de man met zijn leren jas had hij niks te vrezen, dat had hij nu wel door, dus voor zijn derde hap landde hij gewoon maar op de krentenbol, om op zijn gemak een wat groter stuk mee te nemen. De vierde keer werd meteen de laatste. Naar de leren man keek hij al niet eens meer. Hij werkte het laatste stuk krentenbol behendig naar de grond, pakte het op en vloog er parmantig mee de bosjes in.
Vanaf mijn post wenste ik hem smakelijk eten.
19 december 2025
Sporen
Ik vind het altijd leuk om sporen van dieren aan te treffen in mijn tuin. Dat geeft me het vrolijk makende, het gelukkig stemmende gevoel dat mijn tuin bewoond wordt. Dat dieren zich verwaardigen mijn tuin uit te kiezen als plek om te zijn. Mijn tuin te vereren met een bezoek. Dat mijn tuin deel uitmaakt van de natuur, hoe bescheiden en ontoereikend dan ook. Ik weet natuurlijk ook wel dat het ze vooral om het vreetwerk te doen is, maar goed, daarin onderscheiden ze zich nou ook weer niet zo heel erg van mensen, zeker niet in deze tijd van het jaar. Dus ik voel me vereerd wanneer ik een drol vind die ik op basis van nader onderzoek aan een egel toeschrijf. Ik vind het leuk om te zien dat mijn bramen geplukt en gegeten worden door vogels. Dat merels een zooitje maken van mijn gekoesterde mosbedjes, op zoek naar de worm. Van de week maakte mijn hart een sprongetje toen ik een gat tegenkwam in de stam van een dood appelboompje, waarvan ik dan dus vermoedde dat dat werd gehakt door de spechten die ik regelmatig zie vliegen. In één van mijn nestkastjes trof ik tot mijn grote vreugde een achtergebleven nestje van een koolmees. Als ik een soort wandelpad door het hoge gras aantref, een soort tunneltje, weet ik: dat is een wissel. Daar loopt een dier over heen en weer te banjeren, van hier naar daar en weer terug. En dat dat dan hoogstwaarschijnlijk wel een rat zal zijn, dat maakt me niet uit. Van een ronde, platgeslagen plek in het gras had ik van de zomer het idee dat dat wel eens de slaapplek van een haas kon zijn. En het sierappelboompje waar ik al eerder over schreef is nu toch ook zo goed als leeggevreten. Overal vind ik de knalrode schilletjes en de gele klokhuisjes die over blijven. En dan vind ik het leuk om te denken dat dat ook het werk is van de kramsvogel die ik gister nog zelfstandig determineerde.
18 december 2025
Mos
Mijn schoonmoeder, toen ze nog leefde, kon enorm tekeergaan over dat verschrikkelijke mos dat als ze niet oplette haar hele gazon overnam. Regelmatig lag ze halve dagen op haar oude knieën om het tuig met een aardappelschilmesje te lijf te gaan. Weg te steken. Uit te roeien. Met wortel en tak. Wat haar overigens nooit lukte, mos heeft wortel noch tak, en als ze zou zien hoe haar gazon, al ruim twee jaar zonder haar zorg, er nu bij lag zou ze zich, als ze niet gecremeerd was, beslist omdraaien in haar graf.
Bij mij werkt het anders. Ik ben dol op mos. Ik kan bijna niet wachten tot het niet uit te roeien kweekgazon dat mijn tuin telkens opnieuw bedekt erdoor wordt overgenomen. Mos is zoveel mooier dan gras. Zoveel vriendelijker, beschaafder. Dat zachte, verleidelijke groen alleen al. Mijn favoriet uitzicht om doorheen te wandelen is een bos waarvan de bodem geheel is bedekt met een zacht golvend uitnodigend mosbed van bijna lichtgevend groen, liefst in stemmig gefilterd zonlicht. Mocht het in mijn tuin ooit zover komen zou ik dat zeker niet erg vinden. Voorlopig moet ik het doen met kleine enclaves zo hier en daar en ben ik bijna beledigd als ik zie dat de merels er weer een zooitje van hebben gemaakt.
15 december 2025
Rattenkeutels
Overigens is niet alles schijnbaar dood of stervende hoor, op de wintertuin. Je moet er even voor door de knieën, maar dit koddig miniatuurplantje trekt zich vooralsnog nergens wat van aan. Wit vetkruid. Sedum Album, voor de Latinisten. Staat trouwens al het hele jaar geheel onopvallend en bescheiden z'n gangetje te gaan, een beetje verstopt achter een steen. Op een steen ook, want daar, lees ik, groeit het graag. Het gedijt op kalkrijke plaatsen als kale wegbermen, langs de rails, op muren en daken. Je ziet het ook wel op de groene daken van woke, extreemlinks elitaire milieudrammers.
De blaadjes zien er een beetje uit als besjes, vind ik zelf. Je kunt je voorstellen welk petsend geluidje ze zouden maken als je ze tussen je vingers stuk kneep. Net als vroeger die wit met roze klapbessen, als je ze op de stoep kapot gooide, of met je blaaspijp tegen de muur schoot. Maar dat ga ik hier allemaal niet mee proberen uiteraard, zonde.
In Utrecht en op Zuid-Beveland wordt het Tripmadam genoemd, lees ik verder. Wat niet alleen de vraag oproept wat Utrecht en Zuid-Beveland verder nog met elkaar te maken hebben, het ligt niet bepaald naast elkaar tenslotte, maar ook wat er gebeurt als je zo'n blaadje tussen je kiezen zou laten petsen. Op Schouwen wordt het Krabbekwaad genoemd, wat ook nogal omineus klinkt in vergelijking met het schattige uiterlijk, maar misschien dat krabben er heel slechte trips op hebben, je weet het niet. Het kan ook te maken hebben met de verzachtende werking die het kruid wordt toegeschreven. Dat je niet meer hoeft te krabben waar het jeukt. In Groningen dan weer, hebben ze het over Schotkruid - toch het petsend geluidje wellicht - of Rattenkeutels. Het is dus maar te hopen dat de rattenpolitie, die deze week door de tuincommissie over ons complex op pad wordt gestuurd om al te rattenvriendelijke tuinders op de bon te slingeren, niet uit Groningen komt.
12 december 2025
In pauzestand
Heel vaak ben ik niet op de tuin, de laatste tijd, zal ik bekennen. Het is er meestal het weer niet voor en de dagen hebben de neiging zich met andere zaken te vullen nu er niks valt te oogsten, te verspenen of te verpotten, te maaien of te redden van de droogte. Je hoort wel eens iets over winterklaar maken maar daar doe ik niet zo erg aan. Dat kan de tuin zelf wel, denk ik dan. En dat heeft ook zeker zijn charme. Alles gaat op zijn eigen manier dood. Verlept, verslijmt of verdroogt, wordt kaal, stort ter aarde en verrot. En zo hoort het te gaan. Het levert een mooie humuslaag op en er leeft van alles in en onder. Gewoon de boel de boel laten is winterklaar genoeg voor mij. En dan zien we van het voorjaar wel weer verder.
Dat de tuin er precies zo over denkt meen ik ook te kunnen zien, wanneer ik toch mijn sporadisch rondje maak. Aan allerlei bomen en struiken zie ik al de knoppen die over een paar maanden nieuw blad zullen geven. Onder al het bruin en zwart op de grond wacht zichtbaar het nieuwe leven geduldig af. De tuin in pauzestand. Alleen de dotter, die stuurt alvast wat verkenners vooruit om te kijken hoe de zaken er voor staan. Die is niet winterklaar, die is klaar met de winter.
01 december 2025
Levensweg (vrnl)

Erg veel insecten zie je niet meer op de tuin, deze dagen. Niet als je er niet echt naar op zoek bent in elk geval. Bij Renze Borkent lees ik dat hij nu volop springstaartjes tegenkomt in zijn bemotregende tuin, op en onder de halfvergane herfstbladeren. Maar goed, dat zijn beestjes van soms nog geen millimeter. Daar moet je wel echt op uit zijn. Als je al wist dat ze bestonden. Als je al onthouden had dat die bestonden, want in zijn boek, dat ik las, had hij het er ook al over. Dat is voor gevorderden. Al zal ik niet ontkennen dat, nu ik dit weet, ik deze week hoogstwaarschijnlijk ook mijn geluk eens zal beproeven, onder mijn halfvergane herfstbladeren. Maar goed, afgezien van de pissebedden en de wurmen in de compostbak en de slapende larven in het bijenhotel, in diverse gallen her en der en in de bodem natuurlijk, geen insecten. Wel sporen van insecten. Bij het snoeien van de braam kwam ik dit blad tegen waarin een bladmineerder zijn levensweg had afgelegd. Een beestje zo klein dat het in het blad leeft, tussen boven- en onderkant. Om zich in een paar dagen tijd door het bladgroen de weg naar volwassenheid te vreten en het blad als vliegje of wespje te verlaten. Wonderlijk. En grappig dat je inderdaad kunt zien dat hij al vretend gaandeweg steeds groter werd, van rechts naar links.



