25 juli 2025

De oplossing


Gisteren bezochten wij vanaf ons vakantieadres het Museum Insel Hombroich in Neuss, nabij Düsseldorf, in Duitsland dus. Een uitstapje dat ik iedereen van harte zou aanbevelen, maar daar gaat het hier niet over. Het museum bestaat uit een aantal paviljoens die verspreid liggen over en deel uitmaken van een uitgestrekt landgoed vol reusachtige oude bomen, afgeladen fruitbomen, ondoordringbaar struikgewas, waterpartijen, een rivier en een theetuin. Bij onze genoeglijke rondwandeling door dit paradijselijk oord troffen wij, naast het geëxposeerde uiteraard, allerlei insecten en vogels op ons pad, waaronder een geduldig poserende ijsvogel. Maar ook daarover gaat het hier niet.
Een ander dier dat wij zagen, we zagen ze aan het eind van de dag zelfs in groepen rondscharrelen over het terras van de theetuin, was de beverrat. Die heeft zijn imago niet mee natuurlijk, vanwege die staart, en dat woordje rat in zijn naam, maar het lijkt eigenlijk meer op een bever dan op een rat. Inclusief de intens oranjerode tanden.
Goed, waarom dit allemaal vermelden op een volkstuinblog, zou je zeggen. Dat komt nu. Wij stonden dat steeds schattiger wordende beestje zo een tijdje te bekijken, hoe het zat te grazen en te knabbelen aan het gras, met die lieve pootjes met ontzagwekkende nagels, en toen zagen we het gebeuren: hij at heermoes. Heermoes! De gehate, onoverwinnelijk veronderstelde oervijand van de volkstuinier. Net onder de slak vanzelfsprekend. Hij had de keuze tussen allerlei soorten sappig gras, maar hij koos de heermoes. En nóg een pluim. En nog een. Met genotvol halfgeloken oogjes liet hij het zich smaken.
Nu overweeg ik dus er een paar te ontvoeren. Al vermoed ik dat ik daar op de volkstuin toch geen vrienden mee zal maken.

1 opmerking: