24 september 2025

Verwarring


Ceci n'est pas une araignée. Mensen die er meer verstand van hebben zien dat natuurlijk meteen, maar ik zou gezworen hebben dat het een spin was. Dat is het dus niet, ondanks de acht lange slanke poten. Het is een hooiwagen. Een rode hooiwagen, om precies te zijn, al vind ik hem persoonlijk eerder aan de bruine kant. Dat hij acht poten heeft betekent dat hij nog niet veel heeft meegemaakt lees ik, omdat hooiwagens bij het minste geringste gevaar een poot afstoten, die dan ook nog, om de aanvaller in verwarring te brengen, een aardig tijdje blijft bewegen, terwijl de hooiwagen zich uit de overgebleven voeten maakt. Een gevalletje zoals de waard is want zelf is de hooiwagen ook niet vies van een levende prooi, waarbij soortgenoten niet vanzelfsprekend gespaard worden. Wat ik mij daarbij dan weer afvraag is of de ene hooiwagen in verwarring zal raken van de bewegende losse poot van de andere hooiwagen, of dat hij dat al had ingecalculeerd.

22 september 2025

Rood


Deze zogenoemde minitree doet zijn naam in alle opzichten eer aan. Niet alleen de boom blijft klein, de appeltjes die eraan verschijnen houden het eveneens op een zeer bescheiden formaat. Ook de hoeveelheid is vooralsnog niet overweldigend, maar dit jaar met vijf stuks toch al bijna drie keer zo veel als het vorig. Dus dat belooft wat voor de toekomst. En dat is fijn, want het is een erg lekker appeltje. Sappig, knapperig en licht zuur. Met als extra bijzonderheid dat die schitterende rode kleur zich niet beperkt tot de glimmend opgepoetste schil, maar ook de binnenkant voor zijn rekening neemt.

16 september 2025

De geest


Dat het inmiddels herfst is, daarover hoeft geen twijfel meer te bestaan. Buiten huilt de wind om het huis. De bomen staan krom van ellende, zwiepen met wild geraas heen en weer in de zuidwester stormen en iedere tien minuten striemt de volgende regenbui alweer de ruiten. Niettemin sta ik hoog op de gehuurde steiger de buitenboel te schuren en te plamuren, tussen de buien door, in de hoop het nog deze week geschilderd te krijgen. Ik weet het. Ik voel me net deze groot koeienoog, die ik dit weekend op de tuin nog vers uit de knop in bloei zag staan. In regen en wind. Net te laat de geest gekregen.

14 september 2025

Kleine boompjes worden groot


Ik heb meerdere zwarte elzen in de tuin staan. Het zijn leuke bomen, vind ik, met die feestelijke zwarte elzenproppen die de boel een beetje opvrolijken als verder alles kaal en grijs is. Bovendien zijn ze goed voor de biodiversiteit, las ik, omdat ze veel insecten en vogels aantrekken. Verder zijn het bodemverbeteraars doordat ze stikstofbindende wortelknobbels hebben. Ook dit is kennis van internet.
Een aantal van mijn elzen heb ik anderhalf jaar geleden aangeplant in het kader van het meer-bomen-nu initiatief, de rest is uit zichzelf aan komen waaien. Het zijn kennelijk makkelijke bomen, zoals ook blijkt uit het feit dat ze het eigenlijk allemaal prima doen, ondanks dat ze in de loop van het jaar bezocht zijn door meerdere plagen.
In één van die dus nog jonge elzen trof ik van de week de eerste katjes. Noem mij een romantische dwaas, maar het ontroerde me. Kleine boompjes worden groot. Het zijn de mannelijke katjes, die aan het eind van de winter, lees ik, tot bloei zullen komen. De vrouwelijke elzenproppen heb ik nog niet kunnen vinden, maar die zullen dan binnenkort toch ook verschijnen, neem ik aan. De zwarte els, hoewel getooid met een meisjesnaam, draagt zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen. Eenhuizig heet dat, heb ik net geleerd. De rest van mijn elzen, blijkt uit nader onderzoek, blijft nog even klein.

11 september 2025

Boerenwormboom


Vorig jaar ergens, wandelde ik met mijn oude schoonvader langs 's heeren wegen, zoals ik dat elke dinsdagmiddag doe, wanneer het weer en zijn humeur dat toelaten, en vanuit zijn rolstoel wees hij op het Boerenwormkruid in de berm. Dat vond hij mooie bloemen. Daar wilde hij wel een bosje van op tafel hebben staan. Gehoorzaam zette ik zijn rolstoel op de rem en begon een boeketje te plukken, toegeeflijk gadegeslagen door passerende elektrische fietsers. Ik had geen mesje bij me dus ik moest het op handkracht doen. Nu heeft Boerenwormkruid nogal een stevige stengel, die je niet zomaar afbreekt, dus ik eindigde al gauw met een boeket met wortel en al. Boerenwormkluit, zogezegd. Eigenlijk kwam me dat niet eens zo slecht uit, want ik ben dol op Boerenwormkruid, dus met mijn schoonvader in zijn rolstoel als verzachtende omstandigheid stond ik hier toch maar mooi nieuwe aanplant voor de volkstuin te strooiselroven. De zweefvliegen en de bijen zouden me dankbaar zijn. Aan het schoonouderlijk aanrecht sneed ik de bloemen tot een gezellig vaasje vol, de wortelstokken nam ik in een plastic zakje mee naar huis, naar de volkstuin, en zette ze daar vol verwachting in de grond. Nou zet ik wel vaker iets vol verwachting in de grond, en word ik in veel van die gevallen teleurgesteld, het Boerenwormkruid overtrof dit jaar alle verwachtingen. Ik overdrijf niet als ik zeg dat het een boom is geworden. Een Boerenwormboom, zogezegd. Stengels van zeker drie meter hoog die alle kant op explodeerden en die, nadat ik ze bijeen had gebonden, topzwaar naar één kant overhelden tot een gele waterval van bloemen. Hij hangt eigenlijk een beetje in de weg, als ik heel eerlijk ben, want telkens als ik erlangs moet is het net of ik een zware deur opzij moet houden, maar dat deert me niet. De zweefvliegen en de bijen zijn me dankbaar.

10 september 2025

Heterdaad


Dat ik er een insectenvriendelijke tuin op na probeer te houden betekent nog niet dat de insecten daar zelf ook aan meedoen. Insecten kunnen er soms bepaald insectenonvriendelijk gedrag op na houden. Neem nou deze Dolichomitus-complex. Een Nederlandse naam ontbreekt, maar het is een sluipwesp en dat doet al iets stiekemigs vermoeden. Ziet er ook al een beetje onbetrouwbaar en gluiperig uit, met dat lange glimmende achterlijf dat zich in allerlei kruiperige bochten wringt, met die bloedrode poten en dat vervaarlijke zwaard. En inderdaad, die heeft het behoorlijk achter de ellebogen.
Ik betrapte haar op heterdaad op mijn insectenhotel, waarvan de meeste kamers inmiddels bezet zijn door metselbijtjes, die daar hun eitjes in hebben gelegd, met een zorgzaam voedselvoorraadje erbij voor de larf die daar na verloop van tijd uitkomt om weer een nieuw metselbijtje te worden. Ieder eitje een eigen kamertje dat op kunstige wijze met zandkorrels wordt afgesloten. Dichtgemetseld.
Maar dan komt de Dolichomitus-complex. Die heeft op een afstandje geniepig toe zitten kijken en af zitten wachten tot de kust veilig was.
Ik zag het onder mijn neus gebeuren, volkomen schaamteloos. Met haar voorpoten maakte ze een kleine opening in de deur van zandkorrels, draaide zich om, krulde het lenig achterlijf, uit de zwaardschede kwam een lange, ragdunne legboor tevoorschijn die behendig naar binnen werd geschoven. Steeds iets verder. Met een pulserende beweging werden daarbinnen haar eitjes gelegd. In ieder kamertje één.
Háár larven, lees ik ergens, zullen al even geniepig wachten met uitkomen tot die van de metselbij al een eindje op streek zijn, om die vervolgens langzaam maar zeker op te eten. Levend op te eten ook nog, want er wordt aanvankelijk zorgvuldig om de vitale onderdelen heen gegeten, zodat het slachtoffer zo lang mogelijk vers blijft.
Dus ja, je kunt wel beweren dat de natuur zo mooi is, maar dit lijkt me een uitzondering. 

09 september 2025

Vernuft


Het zou mij niet verbazen wanneer de Lathyrus een ver familielid is van de Balsemien. Of anders hebben ze dezelfde cursus gevolgd. In elk geval hebben ze zo ongeveer dezelfde methode om zich uitgebreid naar alle kanten uit te breiden. Met de jongens, toen die nog klein waren, en onlangs nog met de kleinkinderen, was het altijd feest wanneer we een berm vol Balsemienen tegen kwamen, langs ons pad. Wat een wonder dat zo'n peultje wanneer je hem maar even aanraakt openspringt, met een knappend geluidje, en zijn zaad alle kanten op in het rond schiet. Afvuurt. Je kreeg ze niet meer mee voor ze ze allemaal gehad hadden. De Lathyrus doet net zoiets. Als de peulen nog groen zijn, en een beetje op sperziebonen lijken, is er nog niks aan de hand. Maar zijn ze bruin en dor en hard geworden, dan knallen ze met een laatste krachtsinspanning open en slingeren hun zaden zo ver als ze kunnen. De natuur zit vol vernuft. Ik knip de bruine peulen af en verzamel ze in een zinken emmertje, waarin je de zaden soms tegen de wanden hoort tikken. Zo kan ik ook zelf bepalen waar ik volgend jaar de Lathyrus heb staan. 

03 september 2025

Deo volente


Aan allerlei dingen valt te merken dat de zomer op haar einde loopt. Het herfstachtige weer van de afgelopen dagen, om maar eens iets te noemen. Wind en regen, grijzigheid. De al korter wordende avonden, de dalende temperatuur. Allerlei uitgebloeids op de tuin, de algehele teruggang die is ingezet. Maar ook kilo's bramen, een zak peren en een handvol appels. Daar komt dit jaar bij dat de tjiftjaf is vertrokken. Mijn tjiftjaf. De tjiftjaf die mij leerde de tjiftjaf te herkennen. Die mij een groot deel van voorjaar en zomer begroette wanneer ik mij meldde op de tuin. Mij dan de rest van de tijd gezelschap hield, hoog in de perenboom of de wilg gezeten, met zijn eenvoudig maar onophoudelijk lied, van tjiftjaf tjiftjaf tjiftjaf. Eén keer zag ik hem kwaad en onbevreesd uitvallen naar een kat die door de tuin sloop. De kat was er niet van onder de indruk. Ik des te meer. Wat een dapper klein vogeltje. Nu is hij onderweg naar Noord Afrika. Want, ik wist het niet en het verbaasde me eerlijk gezegd, de tjiftjaf is een trekvogel. Halverwege april, deo volente, meldt hij zich weer terug. Ik zal hem missen. Gelukkig zag en hoorde ik van de week al een paar keer een wolk puttertjes, die op de zaden van distel en kaardebol afkomen.

02 september 2025

Eindelijk & eigenlijk


Als rechtgeaard volkstuinier zou je natuurlijk blij moeten zijn met een paar flinke plensbuien op een dinsdagochtend. Met wat natte vooruitzichten voor de rest van de week. Na zo'n lange, warme en droge periode. Op die harde, uitgedroogde, gebakken grond van klei. Zou je eigenlijk moeten denken en zeggen: dat is goed voor de tuin. Dat zou eigenlijk moeten. Maar ik heb gisteravond net een steiger tegen het huis laten zetten, met het dappere voornemen deze week nou eindelijk de buitenboel te schilderen, van het puntje van het dak tot de dorpel van de voordeur. Dus ik krijg het niet over mijn lippen. Ik krijg het zelfs niet voor elkaar om het te denken.

28 augustus 2025

Onvermijdelijk


Of we het leuk vinden of niet, hij komt er weer aan, de herfst. Hij laat het al een beetje doorschemeren. Het ruikt er af en toe al een beetje naar. Het is steeds vroeger donker op de tuin. En 's avonds best al een beetje fris. Is dat erg? Nee natuurlijk, het hoort erbij, en de herfst heeft zijn eigen charmes. Dat de zomer daarmee op haar einde loopt, dat is dan wel weer een beetje jammer. 

26 augustus 2025

Designspin


Voor waarschijnlijk toch wel de laatste keer dit jaar, dit tuinseizoen, besloot ik van de week mijn tuin te besproeien. En, bij afwezigheid van regen, de regentonnen te vullen, zodat ik weer even vooruit kan met het water. Ik heb daarvoor een pompje om water uit de sloot omhoog te pompen, en vele meters zware, gele slang om de afstand tussen tuin en sloot te overbruggen. Die slangen hangen opgerold aan het hek en vormen een biotoop op zich. Zo meldde zich bij het afrollen deze kruisspin, nogal onverwacht. Zelf schrok ie er ook van misschien. Mijn zoon, die me altijd helpt met sproeien, moet er niks van hebben, het was ook geen klein spinnetje, dat geef ik toe, maar jongens, wat een schitterende tekening! In prachtige aardkleuren. Het doet denken aan een Aboriginal schildering. Een tattoo-artist zou er ook wel raad mee weten. En in de heavymetalhoek kan het zo op een t-shirt, of een albumhoes. Misschien wel in andere kleuren.

25 augustus 2025

De lieve vrede


Als je het zo heen en weer ziet dwarrelen op de tuin, van de ene bloem naar de andere, is het moeilijk voor te stellen, maar de distelvlinder komt dus ieder jaar uit Noord Afrika hier naar toe vliegen, om zich voort te planten. De sterksten vliegen na gedane zaken, met het nieuwe nageslacht mag je aannemen, dan ook nog weer helemaal terug. Ik lees dat ze 160 km per dag kunnen afleggen, met snelheden tot 48 km per uur. Ik vind het nogal wat, voor zo'n frêle beestje. 
Zoals de naam al doet vermoeden is de distel een favoriete waardplant. Al lees ik verder dat de distelvlinder daar nou ook weer niet zo moeilijk over doet en zich net zo lief met kaasjeskruid, lupine, koninginnekruid of brandnetel behelpt.
En dat is maar goed ook want de distel is geen graag geziene gast op het complex, hoewel hij dus prachtige dieren aantrekt als de distelvlinder en de distelvink, beter bekend als het puttertje. Van de week werd mij nog uitgelegd dat de distel zelfs streng verboden is, volgens gemeentelijke verordening en al, omdat hij zichzelf nogal verspreidt, wat dan niet zo leuk zou zijn voor de boeren.
Nou ben ik recalcitrant genoeg om dan te denken dat boeren ook wel eens iets verspreiden wat niet zo leuk is, om het eufemistisch uit te drukken, om van sommige van mijn medetuinders maar niet te spreken, dus ben ik niet onmiddellijk geneigd die paar distels die op mijn tuin staan uit de grond te trekken. Al ben ik dan wel weer inschikkelijk genoeg om na de bloei in elk geval de pluizen weg te halen. Wat jammer is voor de puttertjes, maar de kaardebollen staan er dan nog wel, en de lieve vrede is ook wat waard.

21 augustus 2025

Pracht en praal


Misschien is ie verdwaald, want hij zit hier op het welig tierend boerenwormkruid, maar we hebben dus de aardappelprachtwants op visite. Heeft feitelijk niet echt iets te zoeken op mijn tuin want aardappels, daar doe ik niet aan, maar is evengoed van harte welkom. Waarom niet.
Het lijkt net of ie ons vragend aankijkt - waar vind ik de aardappels, allicht - maar dat is onze eigen invulling; het is een blindwants, lees ik, en die heet zo omdat, in tegenstelling tot de meeste andere wantsen, de ogen ontbreken. Wat die twee toch duidelijk oog-achtige bollen links en rechts van z'n kop dan wel zijn, kom ik zo één twee drie niet te weten, maar ze zullen er wel niet voor niks zitten.
Nou is aardappelprachtwants al een schitterende naam natuurlijk, maar het valt op dat wantsen over het algemeen nogal overtuigd zijn van eigen schoonheid. De aardappelprachtwants, lees ik namelijk, kan soms lijken op de luzernesierblindwants, de vierpuntsierblindwants en de roodgetekende prachtblindwants. Met zulke superlatieve namen moet het wel jammer zijn geen ogen te hebben.

19 augustus 2025

Een lust voor het oog


Het roze, bergachtig landschap waar dit vliegje doorheen wandelt, is mijn vinger. Dat rimpelige stukje in het midden, bedoel ik. Het vliegje is dan ook niet veel groter dan twee, hooguit tweeëneenhalve millimeter. Nauwelijks waarneembaar. Toch heeft het de moeite genomen een mooi en feestelijk pak aan te trekken. Moet je kijken zeg. Dat geel. Die fraaie zwarte ornamenten op de rug. Dat zacht afgerond driehoekig afwerkkapje. Dat vrolijke rijtje stipjes midden over z'n hoofd, die melancholieke Panda-ogen, die lieve klungelige bungeltjes aan de voorkant. Die iriserende minivleugeltjes, waarmee dus nog gevlogen kan worden ook. Een lust voor het oog. Kon je het maar zien, zou je zeggen. 
Het is een halmvlieg, weet de app. Ook wel grasvlieg genoemd, lees ik elders op het web. Waarschijnlijk omdat de larven vooral in grassen leven. Wereldwijd komen er zo'n tweeduizend soorten van voor, waar verder niet al teveel over bekend is, laat staan van dit specifieke exemplaar. Wel lees ik dat ze geneigd zijn in grote zwermen te vliegen. En huizen binnen te dringen. Om voor overlast te zorgen. En opeens zie ik de fruitvliegjes voor me, die thuis boven de fruitschaal rondhangen, met z'n miljoenen, wat je er ook aan probeert te doen. En weet ik niet meer of ik het nog wel zo'n leuk en mooi en schattig vliegje vind. Met dat overdreven, hysterische pak.

18 augustus 2025

Meer dan zat


De kleinkinderen kwamen een paar dagen logeren, bij opa en oma. Dus opa had zo bedacht dat hij ze wel mee kon nemen naar de tuin, om bramen te plukken. Als één van vele activiteiten. Dan konden ze er daarna met oma meteen jam van maken. Bramen genoeg. Opa had er van de week bij het plukken zelfs expres flink wat voor ze laten hangen.
Drie regels, instrueerde opa zijn gevolg: Alleen de zwarte bramen, maar dat wisten ze al; Pas op voor de prikkels, idem dito; Af en toe eentje proeven, maar ook dat was bekend. Dan alledrie een kwarkbakje en aan het werk. De kinderen tot waar ze erbij konden, opa daarboven.
Dat ging zo een genoeglijk stief kwartiertje door. Af en toe viel er één op de grond, maar dat was niet erg, er waren er genoeg. Nu en dan werd er een extra grote omhoog gestoken, en dat was mooi. En regelmatig klonk een tevreden mmmm, hééérlijk vanachter de struik, en dat was leuk. Toen waren de bakjes vol en vonden ze het wel weer mooi geweest.
Dat had opa wel zo'n beetje ingecalculeerd, al zag hij ook dat de struik nog boordevol zat en vond hij het jammer dat het dan evengoed alweer voorbij was.
Twee dagen later, de kinderen met hun eigen potjes jam weer naar hun eigen ouders, stond opa zelf zijn bramen weer te plukken en begreep hij het beter. Hij had nu zes van die bakjes volgeplukt, de struik was nog altijd niet leeg, maar hij was het nu toch echt even zat.
Morgen was er weer een dag.

14 augustus 2025

Voor de vriendschap


Pas in tweede instantie zag ik een pootje. Ik stond de composthoop te keren en door schade en schande wijs geworden deed ik dat met de hand, in plaats van met een riek of een schop, want voor je het weet hak je het een of ander diertje dat zich in jouw composthoop heeft verstopt in tweeën. Zelfs bij een worm vind ik dat al naar, word ik al overmand door schuldgevoel, laat staan bij een pad, of een muis, of een jong ratje of weet ik veel wat er nog meer in huist. Een slangetje, dacht ik nu dus bijvoorbeeld. Geen idee of die zich hier ophouden, op het complex, maar mocht het zo zijn, dan hoop ik toch in mijn composthoop. Ik dacht het maar heel even, in eerste instantie dus, want toen zag ik dat pootje. En een slang heeft geen pootjes. Een kleine watersalamander, aldus de bekende app. Ook hartstikke leuk. De algemeenste watersalamander van Nederland. Nog steeds hartstikke leuk. Heeft een voorkeur voor kalkrijk, voedselrijk zoet water, omgeven door terrein met dichte begroeiing en andere dekking waarin de landfase kan worden doorgebracht. Aldus nog steeds de app. Nou, de landfase komt hij wel door, in mijn ongeschoffelde wildernis, maar als ik hem langer te vriend wil houden kan ik mijn minivijver misschien maar beter wat uitbreiden.

12 augustus 2025

Fris zuur

Het komt vrij regelmatig voor dat mij over het hekje van de tuin van alles wordt aangeboden. Door de buren links en rechts en voor en achter. De buren rondom kortom. De buren die het beter voor elkaar hebben dan ik, moestuintechnisch gezien. In het voorjaar zijn dat vaak plantjes, iets te ruimhartig opgekweekt in de kas, overgeschoten uitjes, bolletjes of knolletjes, zaden, stekkies van het één of ander. Verderop in het jaar worden dat langzaamaan de eerste aardbeitjes, tomaatjes, komkommertjes, pepertjes, appels, boontjes, peren en pruimen. En courgettes. Veel courgettes. Hoe de mensen het voor elkaar krijgen is mij een raadsel want ieder liefdevol voorgetrokken plantje dat ik in de grond zet wordt genadeloos dezelfde nacht nog tot op de bodem opgevreten. Maar goed. Als ik 's middags of 's avonds weer eens thuis kom met een goedgevulde tas, weet ik al dat mijn vrouw me spottend zal vragen of de buren weer een goede oogst hadden. Het is niet anders. Maar deze appel, deze puntgave, fraai gekleurde appel van precies de juiste grootte, deze appel komt van mijn eigen boompje. Ik kreeg het van vrienden, twee of drie jaar geleden alweer, ter gelegenheid van een geslaagde voorstelling, en nu hangen er dus een paar serieuze appels aan. Waaronder deze. Die ik dus jammer genoeg, uit angst om te laat te zijn, toch net iets te vroeg had geplukt. Fris zuur. Maar nog een beetje hard.

10 augustus 2025

16 dm²


Het is natuurlijk altijd leuk wanneer de ene belangstelling in de andere overloopt. Twee vliegen in één klap, zou je daarover kunnen zeggen. Zo bezochten wij vandaag het Rijksmuseum Twente, in Enschede, waar een tentoonstelling is te zien met het werk van herman de vries. Die al een lange kunstenaarscarrière lang bezig is te laten zien hoe mooi de natuur van zichzelf eigenlijk al is. Dat je daar dus helemaal niets meer aan hoeft te doen, niets anders mee hoeft dan het te laten zien. Kijk, hoe móói dit is. Ik schreef er al eens eerder over, jaren geleden, naar aanleiding van een eerdere tentoonstelling. Voor het zaalvullende werk op de foto ontleedde hij bijvoorbeeld een willekeurig en onaanzienlijk stukje weiland ter grootte van een flinke stoeptegel, 40 bij 40 centimeter. Elk afzonderlijk plantje dat hij daarin aantrof wordt hier apart, in gedroogde vorm, tentoongesteld. 473 vrij alledaagse plantjes, waar je normaalgesproken achteloos je wandelschoen op zet, vullen nu drie museumwanden, en dat blijkt een fascinerende aanblik op te leveren. Wat een verscheidenheid in vormen, formaten en verschijningsvormen. Wonderschoon. Het is dat het geduld mij hoogstwaarschijnlijk ontbreekt, en dat het een soort plagiaat zou zijn, maar ik ben wel benieuwd naar wat een dergelijk onderzoek op mijn eigen wilde volkstuin zou opleveren.

09 augustus 2025

Courgine, of aubergette


Wij wandelden op Texel, mijn schoonzus en ik. Al bijna twintig jaar doen we dat, samen wandelen, en nu dus op Texel. Het was een mooie dag, een mooie wandeling. Van Den Burg naar Oudeschild ging het, om en over de Hoge Berg, langs tuunwallen en schapenweiden weer terug naar Den Burg. Maar goed. Op de terugweg passeerden wij, even buiten Den Burg, een volkstuincomplex. En omdat mijn schoonzus een moestuin heeft, en ik een volkstuin, draalden wij even aan het hek, om een kijkje te nemen. Verboden toegang, meldde het hek, dus echt naar binnen gaan durfden we niet, er waren een aantal tuinders aan het werk en je weet maar nooit tenslotte, het blijft een eiland, maar een beetje over het hek leunen, dat moest wel kunnen, dachten wij. Dat bleef niet onopgemerkt en één van de aanwezige tuinders, een beginnende veertiger met wat langer haar en een beginnend buikje onder zijn zwarte t-shirt, riep ons toe of wij een komkommer wilden. Of hij er wel één kwijt wilde, was daarop mijn standaard antwoord, zoals ik dat op de volkstuin gebruik. Daar worden mij ook regelmatig plantjes en stekkies en boontjes en tomaten en wat al niet aangeboden. De volkstuinier heeft een groot hart. En meestal ook een grote oogst. Dat hij er nog veertig had, stelde de man ons gerust en overhandigde ons twee uit de kluiten gewassen, stekelige komkommers. Oerkomkommers, volgens hem. Biologisch dynamisch bovendien, verzekerde hij ons. En of we ook een aubergine wilden. Zonder het antwoord af te wachten sneed hij een gele courgette van zijn steel. Wij durfden daar verder niks van te zeggen. Het kwam uit een goed hart tenslotte. 

06 augustus 2025

Bij terugkomst


Het is natuurlijk leuk om op vakantie te zijn, om op vakantie te zijn geweest, het heeft alleen één nadeel, en dat is dat de tuin daar niet in meegaat. De tuin neemt geen vakantie. Althans, geen zomervakantie. Wat dat betreft lopen de belangen een beetje uiteen. Mijn zonen, die de watergevende kant van de zaak zo lang hadden waargenomen, hadden  mij al gewaarschuwd: je tuin is nu wel erg wild geworden. En inderdaad. Bij een eerste inspectie zakte de moed mij bijna in de schoenen. Terwijl ik er toch bepaald geen aangeharkte, rechtgetrokken en zwartgewiede tuin op na pleeg te houden. Het is mij niet snel wild genoeg. Maar nu dus wel. Tjongejonge, wat een bende. Waar te beginnen? Besluiteloos loop ik mijn rondje. En stuit op een tweede nadeel. Doordat je op vakantie bent, en de tuin maar doorgaat, mis je ook van alles. Zoals deze zonnebloem, die voor vertrek nog op het punt van uitkomen stond, en bij terugkomst alweer zo goed als uitgebloeid blijkt. 

02 augustus 2025

Geen doetje


Waar je ook geen omkijken naar hebt is de Verbena. Ook wel IJzerhard genoemd. Waarom dat is, is mij niet helemaal duidelijk, of het moest juist dat zijn, dat je er geen omkijken naar hebt. Het is geen doetje, hoeft niet gepamperd te worden met speciale mest, extra zorg of handwarm water uit gouden gietertjes. Breidt zich gul en uit eigen beweging uit en maakt zelf wel uit waar ie dan opkomt. En zou je al eens een stengel afknippen - per ongeluk want waarom zou je het expres doen - dan knip je die weer in zoveel stukjes als er uit geknipt kunnen worden, steekt ze in de grond, of een potje water, en het moet raar lopen wanneer dat dan geen nieuwe plantjes worden. Een aanrader kortom voor de niet zo handige tuinier die ik ben, de pleziertuinier. Bovendien, vlinders, zoals deze Atalanta, en alle andere insecten zijn er werkelijk dol op. In de winter, waar we nu nog niet aan willen denken natuurlijk, zijn de uitgebloeide stengels trouwens ook nog eens een buitengewoon decoratieve aanwezigheid. Hoe meer hoe beter, zeg ik daarom. En dat gaat dus praktisch vanzelf. 

31 juli 2025

Geen vlieg kwaad


Ja, een vlieg, zul je zeggen. Gadver, misschien nog erachteraan. Want vliegen hebben geen aangenaam imago. En inderdaad hebben ze onsmakelijke manieren en eetgewoontes die ik hier maar even niet nader omschrijf. Kunnen ze bijzonder irritant om je hoofd heen blijven zoemen, overal op komen zitten, laten ze zich daarbij maar nauwelijks wegjagen en als je ze dood probeert te slaan, zijn ze je meestal te snel af. Allemaal waar. En okay, ik geef het toe, ik sla er ook wel eens eentje dood. Maar nooit op de tuin, die is insectenvriendelijk tenslotte. En de vlieg in kwestie moet het dan ook wel heel bont maken. In principe ben ik van het soort hij doet geen vlieg kwaad. Probeer ik te zijn in elk geval. Dit is trouwens een dambordvlieg. En als je je even over je eventuele en misschien terechte afschuw heen zet, is het toch ook gewoon een prachtig dier.

30 juli 2025

Als een kenner


Oefening baart kunst, luidt het gezegde. Als je maar vaak genoeg steeds dezelfde vlinders door de app haalt, ga je uiteindelijk een keer onthouden wie wie is. Zoals dit bont zandoogje. Bij mijn wandelingen op het vakantieadres kom ik ze ook zeer regelmatig tegen. Vliegen ze soms een eindje met me op. Bont zandoogje, mompel ik dan voor me uit , als een kenner. 

27 juli 2025

De hiërarchie der groenten


Waar een weblog al niet goed voor kan zijn. Een week of drie geleden schreef ik dat ik pluis had verzameld van een mij onbekende bloem in de openbare berm van het tuincomplex. Niemand scheen zich erom te bekommeren en ik voorzag dat al dat kostbare pluis met de wind zou verdwijnen naar plekken waar men het niet zou weten te waarderen. Vandaar dat ik mij toen ontfermde over een bescheiden hoeveelheid, om er al doende achter te komen wat het zou worden. Of het wat zou worden.
Een buurvrouw op het complex leest mijn blog blijkbaar, wat sowieso al leuk is natuurlijk, om te merken, en die wist te vertellen dat het wel eens om de Paarse Morgenster zou kunnen gaan. Ik neem dat dan onmiddellijk voor de waarheid aan. Het wordt ook wel Haverwortel genoemd, wist ze ook nog. En dat je de penwortels na het eerste jaar kunt eten als schorseneren. Dat je ze dan wel eerst moet schoonmaken als schorseneren, onder water.
Elders lees ik dat deze haverwortel, net als de schorseneer, bijnamen draagt als keukenmeidenverdriet (vanwege het bewerkelijke schoonmaken en de vieze handen die je daarvan krijgt) en armeluisasperges. Dat het in de zestiende eeuw een populaire groente was maar daarna werd verdrongen door de schorseneer. Wat mij dan op de gedachte brengt dat wanneer de schorseneer dan de armeluisasperge is, de morgenster wel de armeluisschorseneer moet zijn. De armeluisarmeluisasperge.

25 juli 2025

De oplossing


Gisteren bezochten wij vanaf ons vakantieadres het Museum Insel Hombroich in Neuss, nabij Düsseldorf, in Duitsland dus. Een uitstapje dat ik iedereen van harte zou aanbevelen, maar daar gaat het hier niet over. Het museum bestaat uit een aantal paviljoens die verspreid liggen over en deel uitmaken van een uitgestrekt landgoed vol reusachtige oude bomen, afgeladen fruitbomen, ondoordringbaar struikgewas, waterpartijen, een rivier en een theetuin. Bij onze genoeglijke rondwandeling door dit paradijselijk oord troffen wij, naast het geëxposeerde uiteraard, allerlei insecten en vogels op ons pad, waaronder een geduldig poserende ijsvogel. Maar ook daarover gaat het hier niet.
Een ander dier dat wij zagen, we zagen ze aan het eind van de dag zelfs in groepen rondscharrelen over het terras van de theetuin, was de beverrat. Die heeft zijn imago niet mee natuurlijk, vanwege die staart, en dat woordje rat in zijn naam, maar het lijkt eigenlijk meer op een bever dan op een rat. Inclusief de intens oranjerode tanden.
Goed, waarom dit allemaal vermelden op een volkstuinblog, zou je zeggen. Dat komt nu. Wij stonden dat steeds schattiger wordende beestje zo een tijdje te bekijken, hoe het zat te grazen en te knabbelen aan het gras, met die lieve pootjes met ontzagwekkende nagels, en toen zagen we het gebeuren: hij at heermoes. Heermoes! De gehate, onoverwinnelijk veronderstelde oervijand van de volkstuinier. Net onder de slak vanzelfsprekend. Hij had de keuze tussen allerlei soorten sappig gras, maar hij koos de heermoes. En nóg een pluim. En nog een. Met genotvol halfgeloken oogjes liet hij het zich smaken.
Nu overweeg ik dus er een paar te ontvoeren. Al vermoed ik dat ik daar op de volkstuin toch geen vrienden mee zal maken.