10 augustus 2025

16 dm²


Het is natuurlijk altijd leuk wanneer de ene belangstelling in de andere overloopt. Twee vliegen in één klap, zou je daarover kunnen zeggen. Zo bezochten wij vandaag het Rijksmuseum Twente, in Enschede, waar een tentoonstelling is te zien met het werk van herman de vries. Die al een lange kunstenaarscarrière lang bezig is te laten zien hoe mooi de natuur van zichzelf eigenlijk al is. Dat je daar dus helemaal niets meer aan hoeft te doen, niets anders mee hoeft dan het te laten zien. Kijk, hoe móói dit is. Ik schreef er al eens eerder over, jaren geleden, naar aanleiding van een eerdere tentoonstelling. Voor het zaalvullende werk op de foto ontleedde hij bijvoorbeeld een willekeurig en onaanzienlijk stukje weiland ter grootte van een flinke stoeptegel, 40 bij 40 centimeter. Elk afzonderlijk plantje dat hij daarin aantrof wordt hier apart, in gedroogde vorm, tentoongesteld. 473 vrij alledaagse plantjes, waar je normaalgesproken achteloos je wandelschoen op zet, vullen nu drie museumwanden, en dat blijkt een fascinerende aanblik op te leveren. Wat een verscheidenheid in vormen, formaten en verschijningsvormen. Wonderschoon. Het is dat het geduld mij hoogstwaarschijnlijk ontbreekt, en dat het een soort plagiaat zou zijn, maar ik ben wel benieuwd naar wat een dergelijk onderzoek op mijn eigen wilde volkstuin zou opleveren.

09 augustus 2025

Courgine, of aubergette


Wij wandelden op Texel, mijn schoonzus en ik. Al bijna twintig jaar doen we dat, samen wandelen, en nu dus op Texel. Het was een mooie dag, een mooie wandeling. Van Den Burg naar Oudeschild ging het, om en over de Hoge Berg, langs tuunwallen en schapenweiden weer terug naar Den Burg. Maar goed. Op de terugweg passeerden wij, even buiten Den Burg, een volkstuincomplex. En omdat mijn schoonzus een moestuin heeft, en ik een volkstuin, draalden wij even aan het hek, om een kijkje te nemen. Verboden toegang, meldde het hek, dus echt naar binnen gaan durfden we niet, er waren een aantal tuinders aan het werk en je weet maar nooit tenslotte, het blijft een eiland, maar een beetje over het hek leunen, dat moest wel kunnen, dachten wij. Dat bleef niet onopgemerkt en één van de aanwezige tuinders, een beginnende veertiger met wat langer haar en een beginnend buikje onder zijn zwarte t-shirt, riep ons toe of wij een komkommer wilden. Of hij er wel één kwijt wilde, was daarop mijn standaard antwoord, zoals ik dat op de volkstuin gebruik. Daar worden mij ook regelmatig plantjes en stekkies en boontjes en tomaten en wat al niet aangeboden. De volkstuinier heeft een groot hart. En meestal ook een grote oogst. Dat hij er nog veertig had, stelde de man ons gerust en overhandigde ons twee uit de kluiten gewassen, stekelige komkommers. Oerkomkommers, volgens hem. Biologisch dynamisch bovendien, verzekerde hij ons. En of we ook een aubergine wilden. Zonder het antwoord af te wachten sneed hij een gele courgette van zijn steel. Wij durfden daar verder niks van te zeggen. Het kwam uit een goed hart tenslotte. 

06 augustus 2025

Bij terugkomst


Het is natuurlijk leuk om op vakantie te zijn, om op vakantie te zijn geweest, het heeft alleen één nadeel, en dat is dat de tuin daar niet in meegaat. De tuin neemt geen vakantie. Althans, geen zomervakantie. Wat dat betreft lopen de belangen een beetje uiteen. Mijn zonen, die de watergevende kant van de zaak zo lang hadden waargenomen, hadden  mij al gewaarschuwd: je tuin is nu wel erg wild geworden. En inderdaad. Bij een eerste inspectie zakte de moed mij bijna in de schoenen. Terwijl ik er toch bepaald geen aangeharkte, rechtgetrokken en zwartgewiede tuin op na pleeg te houden. Het is mij niet snel wild genoeg. Maar nu dus wel. Tjongejonge, wat een bende. Waar te beginnen? Besluiteloos loop ik mijn rondje. En stuit op een tweede nadeel. Doordat je op vakantie bent, en de tuin maar doorgaat, mis je ook van alles. Zoals deze zonnebloem, die voor vertrek nog op het punt van uitkomen stond, en bij terugkomst alweer zo goed als uitgebloeid blijkt. 

02 augustus 2025

Geen doetje


Waar je ook geen omkijken naar hebt is de Verbena. Ook wel IJzerhard genoemd. Waarom dat is, is mij niet helemaal duidelijk, of het moest juist dat zijn, dat je er geen omkijken naar hebt. Het is geen doetje, hoeft niet gepamperd te worden met speciale mest, extra zorg of handwarm water uit gouden gietertjes. Breidt zich gul en uit eigen beweging uit en maakt zelf wel uit waar ie dan opkomt. En zou je al eens een stengel afknippen - per ongeluk want waarom zou je het expres doen - dan knip je die weer in zoveel stukjes als er uit geknipt kunnen worden, steekt ze in de grond, of een potje water, en het moet raar lopen wanneer dat dan geen nieuwe plantjes worden. Een aanrader kortom voor de niet zo handige tuinier die ik ben, de pleziertuinier. Bovendien, vlinders, zoals deze Atalanta, en alle andere insecten zijn er werkelijk dol op. In de winter, waar we nu nog niet aan willen denken natuurlijk, zijn de uitgebloeide stengels trouwens ook nog eens een buitengewoon decoratieve aanwezigheid. Hoe meer hoe beter, zeg ik daarom. En dat gaat dus praktisch vanzelf. 

31 juli 2025

Geen vlieg kwaad


Ja, een vlieg, zul je zeggen. Gadver, misschien nog erachteraan. Want vliegen hebben geen aangenaam imago. En inderdaad hebben ze onsmakelijke manieren en eetgewoontes die ik hier maar even niet nader omschrijf. Kunnen ze bijzonder irritant om je hoofd heen blijven zoemen, overal op komen zitten, laten ze zich daarbij maar nauwelijks wegjagen en als je ze dood probeert te slaan, zijn ze je meestal te snel af. Allemaal waar. En okay, ik geef het toe, ik sla er ook wel eens eentje dood. Maar nooit op de tuin, die is insectenvriendelijk tenslotte. En de vlieg in kwestie moet het dan ook wel heel bont maken. In principe ben ik van het soort hij doet geen vlieg kwaad. Probeer ik te zijn in elk geval. Dit is trouwens een dambordvlieg. En als je je even over je eventuele en misschien terechte afschuw heen zet, is het toch ook gewoon een prachtig dier.

30 juli 2025

Als een kenner


Oefening baart kunst, luidt het gezegde. Als je maar vaak genoeg steeds dezelfde vlinders door de app haalt, ga je uiteindelijk een keer onthouden wie wie is. Zoals dit bont zandoogje. Bij mijn wandelingen op het vakantieadres kom ik ze ook zeer regelmatig tegen. Vliegen ze soms een eindje met me op. Bont zandoogje, mompel ik dan voor me uit , als een kenner. 

27 juli 2025

De hiërarchie der groenten


Waar een weblog al niet goed voor kan zijn. Een week of drie geleden schreef ik dat ik pluis had verzameld van een mij onbekende bloem in de openbare berm van het tuincomplex. Niemand scheen zich erom te bekommeren en ik voorzag dat al dat kostbare pluis met de wind zou verdwijnen naar plekken waar men het niet zou weten te waarderen. Vandaar dat ik mij toen ontfermde over een bescheiden hoeveelheid, om er al doende achter te komen wat het zou worden. Of het wat zou worden.
Een buurvrouw op het complex leest mijn blog blijkbaar, wat sowieso al leuk is natuurlijk, om te merken, en die wist te vertellen dat het wel eens om de Paarse Morgenster zou kunnen gaan. Ik neem dat dan onmiddellijk voor de waarheid aan. Het wordt ook wel Haverwortel genoemd, wist ze ook nog. En dat je de penwortels na het eerste jaar kunt eten als schorseneren. Dat je ze dan wel eerst moet schoonmaken als schorseneren, onder water.
Elders lees ik dat deze haverwortel, net als de schorseneer, bijnamen draagt als keukenmeidenverdriet (vanwege het bewerkelijke schoonmaken en de vieze handen die je daarvan krijgt) en armeluisasperges. Dat het in de zestiende eeuw een populaire groente was maar daarna werd verdrongen door de schorseneer. Wat mij dan op de gedachte brengt dat wanneer de schorseneer dan de armeluisasperge is, de morgenster wel de armeluisschorseneer moet zijn. De armeluisarmeluisasperge.

25 juli 2025

De oplossing


Gisteren bezochten wij vanaf ons vakantieadres het Museum Insel Hombroich in Neuss, nabij Düsseldorf, in Duitsland dus. Een uitstapje dat ik iedereen van harte zou aanbevelen, maar daar gaat het hier niet over. Het museum bestaat uit een aantal paviljoens die verspreid liggen over en deel uitmaken van een uitgestrekt landgoed vol reusachtige oude bomen, afgeladen fruitbomen, ondoordringbaar struikgewas, waterpartijen, een rivier en een theetuin. Bij onze genoeglijke rondwandeling door dit paradijselijk oord troffen wij, naast het geëxposeerde uiteraard, allerlei insecten en vogels op ons pad, waaronder een geduldig poserende ijsvogel. Maar ook daarover gaat het hier niet.
Een ander dier dat wij zagen, we zagen ze aan het eind van de dag zelfs in groepen rondscharrelen over het terras van de theetuin, was de beverrat. Die heeft zijn imago niet mee natuurlijk, vanwege die staart, en dat woordje rat in zijn naam, maar het lijkt eigenlijk meer op een bever dan op een rat. Inclusief de intens oranjerode tanden.
Goed, waarom dit allemaal vermelden op een volkstuinblog, zou je zeggen. Dat komt nu. Wij stonden dat steeds schattiger wordende beestje zo een tijdje te bekijken, hoe het zat te grazen en te knabbelen aan het gras, met die lieve pootjes met ontzagwekkende nagels, en toen zagen we het gebeuren: hij at heermoes. Heermoes! De gehate, onoverwinnelijk veronderstelde oervijand van de volkstuinier. Net onder de slak vanzelfsprekend. Hij had de keuze tussen allerlei soorten sappig gras, maar hij koos de heermoes. En nóg een pluim. En nog een. Met genotvol halfgeloken oogjes liet hij het zich smaken.
Nu overweeg ik dus er een paar te ontvoeren. Al vermoed ik dat ik daar op de volkstuin toch geen vrienden mee zal maken.

22 juli 2025

Op eigen kracht


Schreef ik een paar dagen geleden niet over de Tronkenbij, die ik had aangetroffen op het bloeiend Groot Koeienoog? Dat het helpt, bij de herkenning, wanneer je er wat over leest? Honderd procent garantie krijg je niet, maar dat er toch ook een kans is dat er iets blijft hangen? Nou..
Van de Tronkenbij kon ik mij dus, toen ik dit beestje over mijn Groot Koeienoog zag paraderen, nog goed herinneren dat hij zo'n mooi tonvormig gestreept achterlijfje had, plus een voorkeur voor gele bloemen, en dat ze stuifmeel verzamelt op haar buik door met haar achterlijf op de bloem te kloppen. Dat kon dus niet missen dacht ik, alles klopte, dit was een Tronkenbij die stuifmeel bij elkaar liep te trommelen. Ik was buitengewoon ingenomen met mijn geheel op eigen kracht en vernuft uitgevoerde determinatie. Ter controle, of beter gezegd ter meerdere eer en glorie van mezelf, legde ik de foto ook voor aan Obsidentify. En die kwam met het twijfelhartige behangersbij onbekend. Maar ja, daar nam ik toen allang geen genoegen meer mee.

19 juli 2025

Schoonheid


Ik mag wel eens mopperen over die lastige insecten, die altijd net wegvliegen als je een foto van ze wilt maken. Dat zo'n foto dan ook meestal gedoemd is te mislukken. Dat je eindigt met iets onscherps, iets bewogens, iets dat lelijk te veel is ingezoomd of iets vaag groens waar net nog een insect zat. En dat terwijl ik nog wel het beste voor heb, met de insecten. Van mij niks te vrezen. Maar kijk, deze Dagpauwoog heeft medelijden en toont geduldig zijn schoonheid. Haar schoonheid. Dat weet ik niet.

18 juli 2025

Vogels overleggen niet


Vogels zijn er blijkbaar niet dol op, schreef ik een tijdje geleden al, dus in tegenstelling tot de aalbessen en de kersen, lieten ze mij de kruisbessen en de zwarte bessen. Maar ach, dat is ook een verdeelsleutel natuurlijk. En ik vind ze wél lekker, al had ik tegen een paar kersen en een handvol aalbessen ook geen bezwaar gehad. Vogels overleggen niet. Niet met mij in elk geval.
Ik maakte een rondje over de tuin, verheugde mij ook alvast op wat appeltjes en peertjes die ik zag hangen en waar ik het beste van blijf hopen, en plukte alle kruis- en zwarte bessen die ik nog niet in het dagelijks voorbijgaan al had gesnoept. Het bleef bij de bescheiden oogst van een derde kwarkbakje, maar ik ben zelf ook heel bescheiden dus dat deerde niet. Thuis maakte mijn vrouw er een potje jam van, niet anders dan door het te koken en weer te laten afkoelen, en zo hadden we de volgende ochtend onze eigen lokale biologische bessenjam zonder toegevoegde suiker bij het ontbijt.

16 juli 2025

Handenvol kleine Kaardebolletjes


Man, wat houd ik van de Kaardebol. In zijn weerbarstige eenvoud en stekelige oerheid heeft ie wel wat weg van de Gunnera, ook al één van mijn favorieten op de tuin. Ik ben dus blij dat ik er nu drie van heb staan, in vol ornaat, en hoop dat daar straks de spreekwoordelijke Puttertjes in groten getale op af komen. Voor het volgend jaar - de Kaardebol is tweejarig (zie mij eens met vaktermen strooien) - had ik tijdens onze vorige zomervakantie een flinke zak vol van die prikkelige zaadbollen meegenomen uit Frankrijk. Barstensvol zaad, bleken die te zitten. Met kwistige hand zaaide ik het voor in leeggegeten kwarkbakjes. Heel even dreigde het niks te gaan worden maar dan opeens leek het of ieder zaadje een plant werd. Liefdevol verspeende ik handenvol kleine Kaardebolletjes. Die allemaal steeds groter werden en uit hun potje groeiden. Eindelijk succes! Kun je teveel Kaardebollen hebben? Nee natuurlijk. Toch heb ik er afgelopen weekend een stuk of wat weggegeven aan vrienden en zonen en dochters her en der. En nog heb ik er over.

15 juli 2025

Beginnerswerk


Zo heel af en toe gebeurt het dat ik een beestje langs zie komen waarvan ik de naam weet, inmiddels. Of denk te weten. Bijna goed heb. Of waarvan ik na het opzoeken denk: oh ja! Veel vaker heb ik geen flauw idee. Wat wel helpt, heb ik gemerkt, is dat het makkelijker te onthouden valt wanneer je er wat informatie over leest. Zoals over deze Tronkenbij, bijvoorbeeld. Dat die stuifmeel verzamelt door met het achterlijf op de bloem te kloppen, en het vervolgens op de buik vervoert, zoals op deze foto ook wel te zien is. En kijk, dat is dan iets waarvan ik denk: dat zou wel eens kunnen blijven hangen. Net als het weetje dat ze voornamelijk stuifmeel van gele bloemen verzamelt. Maar goed, dan lees ik ook meteen weer dat de Tronkenbij sterk gelijkt op de Klokjesbij. Of andersom. Dus het blijft beginnerswerk.

11 juli 2025

Krekels zijn nooit groen


Is het groen, dan is het géén krekel. Van wie ik die vuistregel heb opgestoken weet ik niet meer, en dat is natuurlijk jammer, maar de vuistregel zelf heb ik dan toch in elk geval onthouden. Krekels zijn nooit groen. Alleen Japie Krekel dus, van Pinokkio, maar dat is een jokkebrok zoals we weten. En Walt Disney vond het verder ook wel best blijkbaar, al denkt de halve wereld nu dat als ie iets groens weg ziet springen, het een krekel is. Dit is dus een sprinkhaan. Een 'spitskopje onbekend' volgens Obsidentify. Na enig eigen netonderzoek meen ik te denken dat het een zuidelijk spitskopje is, dat, zoals de naam al aangeeft, vooral in het zuiden voorkomt maar door de klimaatverandering ook naar noordelijkere streken trekt. Zoals mijn volkstuin dus. Waar ie in de ruigte van grassen en andere dichte begroeiing zijn ideale biotoop heeft gevonden. Want uit het feit dat deze hier nog geen vleugels lijkt te hebben maak ik dan ook nog op dat het wel eens een jong exemplaar zou kunnen zijn.

10 juli 2025

Fladderen en hobbelen


Het wemelt van de vlinders op de tuin, op het moment. Overal zie ik ze fladderen, van verbena naar groot koeienoog naar braam en verder. Grote vos, kleine vos, dagpauwoog, zandoogje, koolwitje.. de usual suspects, zeg maar. Een vrolijkmakend gezicht. Ik hobbel er vaak achteraan, telefoon in de aanslag, voor een liefst spectaculaire natuurfoto, maar dat valt dus nog niet mee. En dan niet eens vanwege het feit dat het maar een telefoon is, die ik in de aanslag heb. Het is vooral dat ze je al van verre aan zien komen en maken dat ze weg zijn, fladderend en al. Dus ben ik al blij als ik er zo af en toe eentje überhaupt op de foto krijg, zoals dit groot koolwitje, al is het wat onscherp, en net een beetje lullig aangesneden. Dan maar niet spectaculair, denk ik dan maar.

09 juli 2025

Paars


Telkens wanneer ik op de tuin kom lijkt er weer iets anders in bloei te staan. De moerasandoorn, linksboven, namen we als aandenken mee uit de oever van de Regge, bij een kanotocht, twee jaar geleden. Blijkt geen moeilijke plant te zijn, zullen we maar zeggen. De insecten zijn er dol op. De Dropplant rechtsonder kocht ik zeer deugdzaam bij de Hortus Alkmaar. Een bezoekje waard trouwens.

03 juli 2025

Pluis


Of je het nog strooiselroof moet noemen weet ik niet. Ik vind dan maar van niet. Langs het pad op het complex, in de gemeenschappelijke berm, aan de slootkant, stonden hier en daar wat bossen grote, paarse bloemen. Geen idee wat het was, maar ik vond ze mooi. Na de bloei werden dat vrij grote pluizenbollen, gelijk paardenbloemen, maar dan dus veel groter. Ik liep er een paar keer langs en zag het gebeuren. Niemand ontfermde zich erover. Die zaden zouden zich straks met de wind over het complex verspreiden. Het waren best veel bloemen. Met in iedere pluizenbol best veel zaden. Ik kon de verleiding niet langer weerstaan en besloot mijn bescheiden deel vast mee te nemen.

02 juli 2025

Trrrt (ong. 1 sec.)


Waar ik loop, op de tuin, springen ze voor m'n voeten weg. Sprinkhaantjes, noem ik ze maar even, voor het gemak. Ze laten zich lastig fotograferen, zo snel zijn ze. Ze zijn ook lastig te determineren, lees ik, want daarbij gaat het om zulke minimale verschillen dat je er kregel van zou worden. Ik verlaat me gewoontegetrouw geheel en al op de Obsidentify app die mij verzekert dat dit in elk geval een Kustsprinkhaan is. Die weliswaar op de Krasser lijkt, en op de Zompsprinkhaan, maar langere vleugels heeft, en een donkere achterknie. En op de Weidesprinkhaan, maar die is in Nederland slechts één keer waargenomen, dus dat zou op mijn bescheiden volkstuintje dan wel erg uitsloverig zijn. Het geluid wordt omschreven als het ritsen van boekpagina's langs een duim. Trrrt (ong. 1 sec.) Kijk, dat vind ik nou leuk, al heb ik het nog niet gehoord.

Vermomd


Je kunt wel zien hoe deze Blinde Bij aan z'n naam komt, met die grote zwarte zonnebril op zijn neus. De namen Stevie Wonder, Ray Charles en Jules de Corte dringen zich op. Maar de Blinde Bij kan uitstekend zien, en een bij is het ook niet. Het is een meester in vermommen. Lijkt op een bij, gedraagt zich als een bij, maar is een zweefvlieg. Een zweefvlieg die geen zin heeft om opgegeten te worden en zich daarom stoerder voordoet dan ie is, want steken, dat kan ie niet. Moet ie misschien alleen nog een beetje uitkijken voor de bijeneter.

01 juli 2025

Boeket


Met angst en beven toog ik naar de tuin vanochtend vroeg. Voor de hitte uit, dacht ik nog, maar daar was het zelfs om acht uur al te laat voor. Het viel me alles mee, na de eerste dag van het hitteplan. De tuin trekt haar eigen plan en stond er prima bij. Alleen de Gunnera, een notoire zuiplap, had het te kwaad. Voor de rest stond alles te groeien en te bloeien of er niks aan de hand was.

Jam


Mijn kersen en mijn aalbessen zijn allemaal door de vogels opgevreten, maar kruisbessen lusten ze blijkbaar niet, net zo min als zwarte bessen trouwens, want die hangen er allemaal nog. De zwarte bessen heb ik de afgelopen tijd zelf met kleine handjes tegelijk geplukt en door de salade en de kwark geroerd, de kruisbessen pluk ik straks allemaal in één keer om er jam van te maken. Eens kijken of dat lukt.

30 juni 2025

Dikke sprieten


Dit is ook weer zo'n diertje dat je pas ziet als je er met je neus bovenop staat. Wat zal het zijn? Vier millimeter, hooguit. Je vindt het alleen wanneer je het niet zoekt en je kunt het niet zoeken, want je wist niet dat het bestond. En zo klein als ie is, zo wijdlopig is z'n naam: Slanke Diksprietblindwants, namelijk, toe maar. Dat ie dikke sprieten heeft, dat is te zien. Of ie slank is weet je pas wanneer je de dikke diksprietwants ernaast ziet, als die bestaat, maar dat zal dan haast wel. En blind wordt ie genoemd omdat hij, in tegenstelling tot andere wantsen, geen puntogen heeft. Het is alles van Obsidentify geleende kennis.
Leeft op verschillende planten en struiken door aan knoppen en vruchten te zuigen, maar, let op, ook aan bladluizen, eieren van rupsen en bladhaantjes, en aan rupsen van spinselmotten. En dat vind ik dus het mooie van zo'n tuin als stukje natuur. Je kunt eens last hebben van bladluizen, rupsen of bladhaantjes, de oplossing dient zich op den duur vanzelf wel weer aan, als je de boel een beetje z'n gang laat gaan.

Wimpers


Ons land zucht onder een hitteplan, de komende dagen. Niet heel uitnodigend om nou eens lekker op de tuin te gaan staan werken. Of zelfs maar de klapstoel uit te zetten en het er eens lekker van te nemen. Jammer eigenlijk, want er staat van alles te bloeien. Vooral deze grote koeienogen, die ik ooit vanwege de naam bij een biologische kwekerij op de Veluwe heb gekocht. Ze zullen zo heten vanwege de wimpers, denk ik. De kleur kan het niet zijn.

28 juni 2025

Moedergevoelens


Lief, is waarschijnlijk niet het eerste woord dat in je opkomt als het over spinnen gaat. Eerder het laatste, denk ik. Als het dan ook nog gaat om een wolfspin zouden bij veel mensen wel eens meteen de stoppen kunnen doorslaan. Maar kijk eens, deze wolfspinmoeder draagt haar talrijk kroost op de rug met zich mee. Ik schreef hier al eerder over de wolfspin, die ik in maart al door mijn nog zo goed als kale tuin rond zag struinen, en die, had ik toen gelezen, enige broedzorg zou verlenen. Ik wist toen niet zo goed wat ik me daar precies bij voor moest stellen, een spin met moedergevoelens, maar nu dus wel. Ik geef toe, heel aaibaar ziet het er niet uit, maar lief, ja, dat is het wel.

27 juni 2025

Janboerenfluitjeswesp


Bij mijn meest recente rondje door de tuin kwam ik van de week opeens weer allerlei insecten tegen. Eigenlijk voor het eerst dit jaar. Het kan zijn dat ik eerder niet goed keek, of dat ze er nu pas zijn, het kan ook zijn dat het waar is wat ze zeggen, dat het steeds slechter gaat met de insecten. Veelzeggend in dat kader is misschien ook dat ik bij het zoeken naar wat informatie over deze of gene vlieg of rups of wesp vaak als eerste te lezen krijg hoe je die zou moeten bestrijden. Hoe schadelijk ze wel niet zijn. Zo ook bij deze knollenbladwesp. Wat natuurlijk een grappige naam is, knollenbladwesp. Klinkt een beetje alsof je hem niet serieus hoeft te nemen. Een Janboerenfluitjesnaam. Die ook niet helemaal lijkt te kloppen want de larven, schijnrupsen weet ik inmiddels, houden vooral van het blad van de mosterdplant. In de mosterdteelt zijn ze dan ook niet populair, wat dan misschien ook wel weer te begrijpen valt. Ik vond het wel een aardig beestje, want waar de meeste insecten niet weten hoe snel ze zich uit de voeten moeten maken als ik eraan kom, met mijn camera in de aanslag, bleef deze knollenbladwesp onaangedaan zitten terwijl ik m fotografeerde. Ik kreeg zelfs de indruk dat hij terug zat te kijken.